maandag, augustus 31, 2009

Te heet onder de douche

Afgelopen juli was het. Ik hoorde het over de radio. Een mevrouw was in het verpleeghuis onder de douche gegaan en de verzorgende had haar alleen gelaten, al dan niet op verzoek van die mevrouw. Te heet water, verbrand en overleden. Het verpleeghuis heet Eugeria, wat Grieks is voor 'goed' en 'oud'. De inspectie heeft beloofd het ongeluk te onderzoeken. Ik heb eens gekeken op de website van Eugeria. Geen woord erover. Ik vond wel dit dit logo:



In een artikel van Zorgvisie las ik dat overlijden na te heet douchen of baden vaker voorkomt omdat medewerkers geen rekening houden met de mogelijkheid dat de apparatuur niet goed werkt. Iemand kan de thermostaatknop te hoog hebben gezet, of hij is kapot. ‘Daarnaast herkennen medewerkers lang niet altijd de signalen als patiënten pijn lijden.’ Wat hebben die mensen voor een opleiding? Vakkenvullen? Sorry dat ik het zeg. ‘Bovendien leven medewerkers opgestelde badprotocollen vaak niet na.’ Heb je daar dan een protocol voor nodig?
Ik zou mijn moeder nooit alleen laten in de douche of in het bad. Vooral ook niet omdat de thermostaatkraan in de douche niet deugt. Dat ontdekte ik de eerste keer al. Hoe? Door mijn hand eronder te houden toen ik hem aanzette. Ik heb dit natuurlijk doorgegeven, maar volgens mij is daar nooit wat mee gebeurd.

maandag, augustus 24, 2009

Op zoek naar iemand

Hier is het leuk, moeder, kijk hier mag u gaan zitten. Ik herken de toon van hun stem tegen hun moeder, eerder zichzelf dan hun moeder geruststellend. Er is weer een nieuwe mevrouw op mijn moeders etage en eentje die opvalt. Ze zit in een rolstoel met een gigantisch blad voor haar wat voorkómt dat ze ook maar overweegt om eruit te komen. Maar ze is heel handig met de rolstoel. Ze sjeest rond en laat luid en duidelijk horen wat ze ervan vindt. Leuk vind ze het dus niet. Als haar kinderen weg zijn en zij aan een tafel is gezet waar niemand praat, zie ik haar weer. Ze weet niet waar ze terecht is gekomen, zegt ze tegen mij. Ze kent hier niemand, en niemand stelt zich aan haar voor. Dat heb ik toen zelf maar gedaan. Ze was even helemaal gelukkig, zei ook haar naam, maar die verstond ik niet goed. Ik wenste haar smakelijk eten. Daar had ze niet zo'n vertrouwen in, zei ze.
Dat was om vijf uur 's middags, 2,5 uur later, tegen half acht als ik op zoek ben naar een verzorgende om mijn moeder in bed te leggen, want mijn moeder heeft niet zoveel energie meer, kom ik haar weer tegen in een totaal verlaten huiskamer. Alleen de tv staat aan. Geen verzorgende te zien, geen bewoner te zien, behalve zij. Ze is op zoek naar iemand, zegt ze. Het is hier zo groot! En zo vervelend als je de weg niet weet. Er is ook niemand. Ik raad haar aan om wat naar de tv te kijken. Nee, heeft ze geen zin in. Ze gaat met haar rolstoel voor het kantoortje zitten. Nou, ik ga hier maar wachten, zegt ze ferm. Ik kijk op mijn horloge. Hoe laat is het? Bijna half acht. Iedereen is al naar bed, behalve deze mevrouw. Hoe lang zal het duren en hoeveel druppeltjes kalmerende middelen zijn nodig voordat deze mevrouw al om zeven uur blij is dat ze naar bed mag.

maandag, augustus 17, 2009

Ogen dicht

Het lijkt wel of mijn moeder de wereld om haar heen niet meer wil zien. Ze houdt steeds vaker haar ogen dicht en alleen op momenten dat haar iets lekkers wordt voorgeschoteld, doet ze haar ogen open. Zo lijkt het althans. In het boek dat ik de vorige week noemde, Yemma, schrijft Jelloun dat zijn moeder - die blind wordt op het einde van haar leven - haar eigen ziekte niet meer kan aanzien. Dat vind ik wel een goede verklaring. Ik probeer me wel eens te bedenken wat er in mijn moeders hoofd omgaat als ze zichzelf ziet. Ik het idee dat ze zichzelf nu niet meer herkent in de spiegel. Toen mijn moeder nog wat meer 'bij' was, zei ze wel eens goeiedag tegen zichzelf in de spiegel, of noemde ze een naam van een van haar zussen. Echt 'bij' was ze toen ook al niet meer, maar wel alert genoeg dat ze iemand zag en soms zelfs herkende als ze zichzelf zag. En dat lijkt me toch iets minder eenzaam dan nu. Nu kijkt ze niet eens meer in de spiegel. En vaak ook niet meer naar mij. Alsof ze de wereld om haar heen niet wil zien.

maandag, augustus 10, 2009

Yemma

Mooi boek gelezen. Yemma, van Tahar Ben Jelloun. De schrijver komt oorspronkelijk uit Marokko en beschrijft het proces van dementie van zijn moeder. Hij laat zijn moeder praten in een eindeloze brij van woorden. Zo komen al haar herinneringen voorbij, vermengd met zijn herinneringen voorzover hij daarbij was, en aangevuld met wat hij denkt dat haar herinneringen zijn over die dingen waar ze nooit over heeft gepraat. Prachtig beschreven, ook vanuit zijn standpunt, een zoon die in Parijs woont, ver van zijn moeder. Schuldgevoel. De zorg heeft de familie uitbesteed aan een oude mevrouw met een hulpje die samen de moeder thuis tot het eind verzorgen. Nou ja, verzorgen...
Jelloun noteert een paar keer zijdelings in het boek kritiek op de westerse manier van omgang met ouderen, maar ik weet niet zeker of zijn moeder zo veel beter af is. De vrouw die zijn moeder verzorgt trekt zich de paranoia van zijn moeder persoonlijk aan. Veel kennis over de ziekte heeft ze schijnbaar niet. De moeder krijgt doorligplekken. De verzorgster chanteert de familie om meer geld te krijgen. De moeder is ineens verhuisd uit haar slaapkamer omdat daar de televisie staat en de verzorgster wil tv kijken als zijn moeder slaapt.
Maar hij beschrijft het allemaal mooi. Je krijgt er een benauwd gevoel van. Drie ouder wordende vrouwen bij elkaar in een langzaam tot krot vervallend huis.

dinsdag, augustus 04, 2009

De blik van kinderen

maandag, augustus 03, 2009

“Ik heb toch niks te doen”

Twee aangename voorvallen dit weekend tijdens mijn bezoek aan mijn moeder. Of eigenlijk drie. En die derde was voor mij misschien wel de belangrijkste. De zondagmorgen begon voor mijn moeder met een “Ik weet het niet meer”, volgens mij is ze zich dan bewust van haar leven en heel bedroefd. En de ochtend eindigde met een “heerlijk”, nadat ze twee uur samen met mij had ontbeten, onderbroken door een klein slaapje af en toe.
De andere twee aangename voorvallen waren twee verzorgenden. Eentje werkt normaal op een andere etage, de andere was verpleegkundige in opleiding, een vakantiekracht, tijdelijk dus, helaas. Beide verzorgenden trof ik aan terwijl ze in de huiskamer zaten, niet met hun collega’s zoals meestal, maar met de bewoners. En daar waren ze ook mee aan het praten, of zingen, al naargelang de wensen van de bewoners. De vakantiewerker trof ik half zittend op een rollator aan in de huiskamer. Ik kon niet laten even mee te doen, vooral toen een van de mevrouwen vertelde dat de directeur bij haar op de grond sliep. Het enige wat ik jammer vond was dat hij op zeker moment voor mij een aansteker ging halen op een andere etage omdat ik wierook wilde branden op mijn moeders kamer. Hij was weg voor ik er erg in had met een “ik heb toch niks te doen”. Man, dacht ik, wat jij doet zou iedereen moeten doen. Gewoon erbij zitten en praten. Wat leer je eigenlijk op zo’n opleiding!