maandag, februari 23, 2009

Een prinsesje op schoot

Tijdens ons zondagochtend ontbijt was er een acht maanden oude baby op bezoek. ’n Schoonheid in een gouden prinsessenjurkje. Het meisje mocht even bij mijn moeder op schoot zitten. Mijn moeder keek vooral in het niets, langs het meisje heen, zo leek het. Het kleine prinsesje keek regelmatig omhoog naar mijn moeder, met haar grote ogen. Je zou zeggen dat mijn moeder helemaal geen idee had van wat op haar schoot zat. Omdat ik bang was dat ze het kindje misschien onverwacht in de houdgreep zou nemen, hield ik mijn handen een beetje tussen haar handen en de baby. Dus eigenlijk was ik het die de baby vasthield. Toen het meisje wat begon te huilen – ze was moe - en ik haar even optilde en weer terugzette zag ik dat mijn moeder haar arm rond de baby legde zodat het kindje in een meer natuurlijke houding op moeders schoot zat. Het huilen hield er niet van op. De vader tilde het kindje van mijn moeders schoot, mijn moeder greep haar beentje nog vast. Het mocht niet vallen.

maandag, februari 16, 2009

Van bezoeken naar waken

Soms lijkt een bezoek aan mijn moeder meer op het bezoek aan een stervende moeder dan aan een dementerende moeder. Want het wordt allemaal steeds minder. Mijn moeder heeft duidelijk minder energie, na een ontbijt van een uurtje zie je aan haar dat ze het helemaal gehad heeft. Ze moet ook hard werken om het eten binnen te krijgen, zo weinig tanden als ze over heeft. ’s Ochtends is ze nog op haar best maar als ze ’s middags uit haar bed komt, kost het moeite om haar ‘aan de praat’ te krijgen. En als we haar op de postoel zetten ’s avonds om haar te douchen, zakt ze snel scheef uit vermoeidheid, zo lijkt het. Zo lijkt het, dat geldt voor alles, want we moeten het allemaal maar afleiden uit hoe ze doet, want zeggen kan ze het niet. Dat baart me wel eens zorgen. Stel nu dat ze pijn heeft, zien we dat? En mag ze dan ook pijnstillende middelen? Iemand die bij zijn volle verstand is en ondraaglijk lijdt, kan vragen om hulp om een eind aan zijn leven te maken. Mijn moeder kan dat niet. Maar ik zou het haar wel gunnen als het zover is. Nou ja, wat een sombere gedachten. Voorlopig maar eerst wachten op de lente...

maandag, februari 09, 2009

Een 'vertroetelbad'

Je komt soms van die leuke stukjes tegen op internet. Ik lees wel eens als gast het zorgforum, waar verzorgenden met elkaar praten over verschillende thema’s in hun werk: medicijngebruik, fixatie, ‘extreme decubitus’.
Een van de onderwerpen was ooit mooie verpleeghuiservaringen. Iemand vroeg om ervaringen, ze wilde een toneelstuk maken. De antwoorden gaan vaak over dankbaarheid. Dankbaar, als de degene die je verzorgt je bedankt, of als de familie van degene die je verzorgt je bedankt (ja, ja, die onthouden we).
De leukste reactie beschrijft een ‘vertroetelbad’ dat de verzorgende geeft aan een ‘zeer demente dame’. ‘Badkamer extra verwarmd, schemerlampje aan, schuimbad gevuld... Ik heb haar fijn gewassen en haar zachtjes toegezongen, daarna uit bad geholpen en in warme handdoeken gewikkeld, verzorgd en in een lekkere dikke pyjama in bed gelegd. Misschien was dat het mooiste voor mij, ondanks dat ze het niet woordelijk kon zeggen, merkte ik duidelijk dat ze ervan genoten had.’
Als je zoiets leest zou je bijna graag in het verpleeghuis wonen. Maar ja, de verzorgende besluit met de opmerking: ‘Jammer dat het door tijdsgebrek niet wekelijks mogelijk is.’
Het aantal reacties op dit thema is ook gering. Het begon in januari 2007 en eindigde alweer in februari. Welgeteld negen berichten.

www.zorgforum.nl

maandag, februari 02, 2009

De zanggroep

De hal is vol mensen en vol lawaai. Het zijn de leden van een zanggroep die in het restaurant gaan optreden. Ze nemen een kopje koffie vooraf, enkele dames zonderen zich af in het zitje waar ik probeer wat te lezen. Ze wisselen de laatste roddels uit. De dirigent klapt in zijn handen en er komt nog iemand apart ‘mijn’ dames ophalen. ‘Kom, de oudjes zitten al allemaal klaar’. Het zal aan mij liggen, maar ik zie het leeftijdsverschil tussen de zangers en het publiek niet.
Het gezang begint, ondertussen komen er nog wat rollator-dames aanrollen. De een met een intens gespannen gezicht en bijna met haar neus tussen de handgrepen, de ander kaarsrecht en schijnbaar ontspannen glimlachend. Ik probeer ze allemaal door te sturen naar het gezang. Dat doen ze zonder morren, ze zijn meer van ‘leuk er gebeurt eens wat’.
Van mijn moeders etage hebben ze niet veel keus. Ze worden binnen gerold met hun rolstoel. Een mevrouw zal er zeker van genieten, zij zingt graag.
Mijn moeder ligt in bed, haar middagdutje. Zij is nooit zo van het zingen geweest. Ik ook niet. Dus wij slaan het over.