dinsdag, oktober 30, 2012

Een blinde vlek

Onlangs ontmoette ik een kennis die vertelde dat hij altijd om de twee weken op bezoek ging bij een junk op leeftijd in een verpleeghuis. Dat deed hij uit hoofde van de Zonnebloem, maar er was inmiddels wel een soort vriendschap gegroeid. Toen hij niet zo lang geleden weer op bezoek ging, kon hij hem niet vinden. Hij stond voor zijn deur maar daar stond een andere naam op. Even dacht hij dat hij op de verkeerde verdieping stond, de etages in verpleeghuizen lijken vaak angstaanjagend veel op elkaar. Maar dat was niet zo. Hij ging op zoek naar een verzorgende en wat bleek… zijn vriend was in die twee weken gestorven en begraven en er woonde al een ander op zijn kamer. Mijn kennis was geschokt. De man had geen familie, en het idee dat er niemand op zijn begrafenis was geweest vond hij heel erg. Dat zou ik ook zijn, maar ik vind het eigenlijk nog erger dat er tijdens zijn leven niemand heeft gezien dat er iemand was die hem trouw opzocht. En dan bedoel ik met gezien méér dan in het voorbijgaan constateren dat meneer x bezoek heeft. 'Gezien' in de zin van samen betrokken zijn bij leven en welzijn van meneer x. Ik blijf het onbegrijpelijk dat verzorging zo’n grote blinde vlek heeft.

donderdag, oktober 25, 2012

Poezie Project

Come here sunny.
Like a hot shower or a hug.
Smells like an ocean breeze.
Smells like an orange.

Dit is een stukje uit een poezieproject uit de VS met mensen die beginnende dementie hebben. Het thema was de zon.
Een mooi initiatief. Hier is de website met veel voorbeelden. Inspirerend. Ik zou zoiets ook wel willen maken voor Nederland, maar dan speciaal gericht op familie en vrienden van mensen met dementie.

donderdag, oktober 04, 2012

‘Ja, lekker’

Voor ik me helemaal ga concentreren op het schrijven over familieparticipatie, wil ik toch nog iets vertellen over de laatste dag van mijn moeders leven. Mijn moeder woonde met een twaalftal andere ouderen op een etage. Met enkelen van hen heb ik wel een beetje een band gekregen de afgelopen jaren. Vooral met één mevrouw. Toen ik de dag voor het overlijden van mijn moeder op de etage kwam, leek zij aan te voelen dat het niet zo goed ging met mijn moeder. Ik heb het haar ook gezegd, geloof ik. En bovendien was er ook meer bezoek voor mijn moeder dan anders. En we hielden de deur dicht want we wilden alleen zijn met mijn moeder en met elkaar. Op vrijdag werd tot onze opluchting (en die van mijn moeder)besloten om haar morfine te geven. Om de vier uur. Telkens als ik even uit de kamer van mijn moeder was, kwam ik deze mevrouw tegen en ze spiegelde mijn emoties: ‘’t is verschrikkelijk zei ze dan, of ‘wat erg’. Terwijl ik haar zo zag, had ik ook medelijden met haar. Ze voelde mijn verdriet mee, maar kon er verder ook niets mee doen. Ik besloot het anders aan te pakken. Toen ik op zoek ging naar een verzorgende omdat het tijd was voor de morfine bevond de mevrouw zich tussen mij en de verzorgende. Met een brede glimlach voor mevrouw, vroeg ik ondertussen aan de verzorgende of ze de morfine wilde komen brengen. ‘Ja, lekker’, zei de mevrouw, helemaal vrolijk. Mijn missie was geslaagd.