dinsdag, augustus 20, 2013

An evidence based kiss

Verplichten kan niet, hebben ze uitgevonden bij de Vierstroom, dus doen ze het anders. Als u uw familielid hier wil laten wonen, zegt de Vierstroom, dan wordt u geacht vier uur per maand te helpen, het is een morele plicht. Maar als je een morele plicht wil af’dwingen’ moet je met goede argumenten komen. Want wij laten ons niet door een ander vertellen wat moreel juist of onjuist is. Niet door een ander persoon, ‘bemoei je met je eigen zaken!’ en zeker niet door een instituut ‘wie denken ze wel dat ze zijn!’ We zeggen overigens wel graag over anderen wat moreel juist en onjuist is, maar dat terzijde.
Wat zijn de argumenten van de Vierstroom? De meest in het oog springende is dat 'mantelzorg de blos op de wangen van onze bewoners brengt’. Met dit argument plaatst de Vierstroom zorg en welzijn in twee aparte werelden. Zorg is fysieke en daarmee professionele zorg, welzijn is de ‘blos op de wangen’ en dat mag familie doen.
Het lijkt verleidelijk om die scheiding zo aan te brengen want daarmee heb je als instituut meteen de scheidslijn getrokken tot waar de familie mag komen en tot wat de zorg van de professional zich moet beperken. Je hoeft niet eindeloos te discussiëren wat er wel en wat er niet onder valt. Zo, klaar, het is duidelijk.
Tegelijk heb je bij familie een licht gevoel van onbehagen bereikt, zonder mijn aanwezigheid geen blos op de wangen van mijn moeder. Schuldgevoel! En bij de verzorgende waarschijnlijk frustratie: ik wil meer doen dan alleen billen wassen, en ik doe ook meer. Zien jullie dat niet?
Welzijn en zorg zijn niet te scheiden eenheden, het werk van de verzorgende bevat aspecten van welzijn wil zij haar werk goed doen, en de bijdrage van familie heeft elementen van zorg in zich, met je moeder onder de douche gaan bijvoorbeeld of, laat ik wat minder ver gaan, haar haar kammen.
De volgende stap is te accepteren dat welzijn en zorg zijn niet louter en alleen het terrein van de professional zijn. Niet omdat het te duur is, maar omdat de zorg en het welzijn van je moeder ten goede komt. Ooit las ik een mooi artikel van Cyril Offermans waarin hij pleitte voor een veramateurisering van de zorg. Wat minder professionele zorg. Wat meer amateurs in de eigenlijke betekenis van het woord, liefhebbers.
Eigenlijk vind ik dat het beste argument als je een bijdrage van familie en vrienden aan de zorg voor hun ouders of vrienden wilt vragen. Voorkom dat de blos op de wangen van je familielid alleen door middel van een professionele aanpak tot stand komt, ondersteund door protocollen en richtlijnen die evidence based zijn. Geef je familielid een dikke zoen, als niet professionele manier om rode wangen te krijgen, en het is nog bewezen ook dat je daar een rode blos van kunt krijgen. En graag wat vaker dan die vier uur per maand.





maandag, augustus 12, 2013

Leegruimen en wegwezen



Echt, ik kan het niet helpen, maar als er weer zo’n bericht in de media verschijnt heb ik soms de neiging om heel hard te gaan lachen, op het hysterische af moet ik toegeven, maar ik hou me maar in. En schrijf een stukkie.
Dit weekend zag ik op het nieuws de berichten over de termijn die nabestaanden krijgen om de kamer van hun overleden familielid leeg te halen. Hierboven staat het betreffende artikel uit de zorgovereenkomst die wij indertijd moesten tekenen. Toen wij protesteerden tegen die termijn, kregen we als verdediging te horen dat dit werd veroorzaakt door de financieringsafspraken, maar dat blijkt dus niet te kloppen. We hebben het wel weten aan te passen tot drie dagen.
Toen het moment daar was, werd ons gezegd dat we binnen twee dagen de kamer leeg moesten hebben. Ik geloof dat mijn zus en ik de dag na het overlijden al hebben opgeruimd. In ieder geval kan ik me herinneren dat een verzorgende al snel kwam vertellen dat ze ‘alvast’ de handdoeken en lakens (van het tehuis) had weggehaald. Uiteindelijk hebben er geloof ik nog vijf dagen spullen in de kamer gestaan. Nee, ik vergis me. De vijfde dag kreeg ik een mailtje dat de spullen waren opgeslagen in de snoezelruimte (sic!). Overigens reken ik dan de sterfdag van mijn moeder niet mee, maar wel de zaterdag en zondag. Kortom mijn moeder stond nog boven de grond, zoals dat heet, en de kamer was leeg.
Efficiënt! En het heeft het tehuis vast geld opgeleverd. Het zorgkantoor betaalt voor veertien dagen, waarvan zeven dagen voor de familie van de overledene en zeven dagen voor het herinrichten van de kamer voor een nieuwe bewoner. Zo heb ik het begrepen, want dat was regeling die het LOC, landelijk overleg cliëntenraden, heeft afgedwongen. Maar het was slechts een richtlijn, de tehuizen konden het zelf invullen. In het verpleeghuis van mijn moeder hadden ze zo hun eigen opvatting over het leegruimen en ik kan je zeggen… dat is het laatste waar je ruzie over wilt maken als je moeder nog niet eens is begraven. Dus persoonlijk wilde ik ook zo snel mogelijk daar weg. Gelukkig waren er anderen die uiteindelijk haar laatste spullen hebben weggehaald.
Deze kwestie van leegruimtermijnen gaat over meer dan alleen ‘de nabestaanden geen tijd gunnen’, het zegt iets over de manier van werken in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Het lijkt niet meer om mensen te gaan. Niet alleen familie, maar ook de verzorgenden en de medebewoners van de overledene moeten daar last van hebben. De verzorgenden krijgen geen tijd om afscheid te nemen, ze mogen niet eens helpen bij het afleggen van de overledene. Wat toch een mooi moment is om afscheid te nemen, zou ik zeggen. Steeds meer verpleeg- en verzorgingshuizen laten dat doen door de begrafenisondernemer. Immers daar heeft de overledene een verzekering voor. Ik heb begrepen dat verzorgenden daar helemaal niet blij mee zijn.
En over de medebewoners… Ik kan het alleen maar wreed vinden dat er niet gezocht wordt naar manieren voor hen om afscheid te nemen. Ik weet dat er verpleeghuizen zijn waar ze daar wel een idee over hebben. Bij moeder hadden ze geen idee. Daar telde alleen efficiëntie.

vrijdag, augustus 02, 2013

Arrugas verfilmd



De film Arrugas (Rimpels) is gebaseerd op de graphic novel met dezelfde titel van Paco Roca.
Thema is de vriendschap tussen twee mannen die in een verpleeghuis wonen. Emilio bevindt zich in het beginstadium van dementie en wordt geholpen door Miguel, die zich goed lijkt te redden. Ze stellen alles in het werk om niet op de 'bovenste verdieping' terecht te komen, want dan ben je helemaal afhankelijk. Het verhaal volgt met humor en compassie de dagelijkse beslommeringen in het tehuis.

Enkele fragmenten in het Spaans, ze spreken voor zich.




De site van boek en film, ook in het Engels.