maandag, januari 30, 2006

Portret van mijn moeder (2)

Mijn moeder heeft geposeerd voor Arie Schippers. Een heel weekend lang. Ik vond het wel spannend hoe mijn moeder zou reageren. Vroeger heeft ze zelf geschilderd, ik heb ook geposeerd voor haar, maar daar was ze niet tevreden over en vervolgens werd het doek overschilderd met iets anders, bloemen geloof ik.
Toen mijn moeder 28 jaar was is ze zelf al eens geportretteerd door een Limburgse schilder, Henk Coolen. Een prachtig portret van een knappe jonge vrouw. Dit portret zou heel anders worden. Mijn moeder in de laatste fase van haar leven. Haar uitstraling nu is mij even lief als toen ze nog jong, helder van geest en goed ter been was.
Zaterdagmorgen kwam Arie bijna tegelijk met mij aan. Mijn moeder keek mij treurig aan met een dikke lip. Ze had last van haar mond, waarschijnlijk een ontsteking van het tandvlees en het deed haar duidelijk pijn. Ik vroeg de verzorgende om een paracetamol, maar daar moest hij de verpleeghuisarts voor bellen. Dat zou hij maandag doen. Maandag!!! Gelukkig belde hij meteen en van de eerste dosis knapte ze direct een stuk op.
De schilder, mijn moeder en ik hebben ons toen in haar kamer opgesloten. Mijn moeder zat in haar rolstoel met een pluche Ierse setter op haar schoot op een plek met de beste lichtval, volgens Arie. Hij bouwde zijn schildersezel op, maakte zijn verf aan en begon. De kamer rook al snel heerlijk naar terpentine.
Mijn moeder keek finaal langs de schilder. Af en toe keek ze naar de zinken bak waarin hij zijn kleuren mengde. Toen ze beiden lekker zaten, kon ik even de stad in voor wat boodschappen. Toen ik terugkwam zat mijn moeder te slapen en Arie enthousiast in zichzelve te praten. Hij had een eerste schets gemaakt die ik mooi vond.
Tegen een uur stopten we met de sessie. Het was tijd voor mijn moeders soep en voor een middagdutje.
´s Middags tegen vier uur, na haar middagslaapje, konden we weer verder gaan. Maar niet voor lang, want net toen de schilder opmerkte dat de lichtval zo mooi was, kwam er een waterig zonnetje door, dat hem het zicht belemmerde. Einde eerste dag.
Zondagmorgen begonnen we wat eerder, tegen half elf. We plaatsten haar stoel op dezelfde plek als de dag ervoor en het schilderen kon beginnen. Mijn moeder was er duidelijk meer bij. Ze zag nu ook de schilder, voorzover hij niet verstopt zat achter het doek. Ze wees naar hem en keek mij aan met een uitdrukking van “wat is dit nu weer voor een gekkigheid.”
Toen ik terugkwam na even weg te zijn geweest, vertelde Arie dat mijn moeder een heel gedicht had voorgedragen, maar dat hij er niet veel van had gesnapt. Ik ging naast mijn moeder zitten en gaf haar met enige regelmaat een hapje zacht fruit, stukjes meloen en frambozen, en een beetje yoghurt. Zo ging de sessie door. Mijn moeder praatte tegen zichzelf en de schilder ook. Ik deed haar mijn Ipod in de oren met een mooi klassiek concert van Mozart. Ze keek heel gelukkig. Voor mij was niet veel meer te doen dan te kijken naar de vele uitdrukkingen van haar gezicht. Ik vroeg me af welke uitdrukking de schilder uiteindelijk zou kiezen voor het definitieve schilderij. Tegen een uur of een was de sessie afgelopen. Mijn moeder viel na haar middagsoepje bijna meteen in slaap. Poseren is een vermoeiende bezigheid. We kregen haar bijna niet wakker die middag en ik voelde me een loeder die veel te veel vroeg van mijn moeder. Gelukkig was het te somber weer en te weinig licht, dus moest Arie na een uurtje zijn spullen al weer pakken. Nu had hij alleen de maandagmorgen om het schilderij af te maken. Ik heb het nog niet gezien, maar ben heel benieuwd. Spannend.

maandag, januari 23, 2006

Cursus BH aantrekken

Mijn moeder was altijd een dame en nu zij zich zelf niet meer kan aankleden, proberen wij als familie ervoor te zorgen dat ze kleren draagt die volgens ons bij haar passen. Een beetje chique. Dat gaat meestal goed. Het verpleeghuis van mijn moeder houdt ervan de mensen netjes aan te kleden.
Er bestaat een misverstand, ook binnen onze familie, dat lange broeken handig zijn als je in een rolstoel zit. Juist niet handig, blijkt. Mijn moeder mag rokken dragen. Liefst een beetje over de knie, zodat het niet zo naar binnen waait. Nu was mijn moeder sowieso niet van de minirokjes dus dat past haar goed. Maar nu het ondergoed. Iets wat je niet ziet, maar volgens ons wel belangrijk. Mijn moeder was geen ‘burn-your-bra’ type. In de meest moeilijke omstandigheden slaagde ze er altijd nog in haar BH aan te doen. Gebroken pols? Geen probleem. Ze frummelde net zo lang tot alles op zijn plaats zat. Ik betwijfel of mijn vader haar ooit heeft geholpen toen hij nog leefde.
Omdat mijn moeder altijd een BH droeg, lijkt het mij vanzelfsprekend dat ze tot haar dood zich in een BH mag hijsen. Een beetje mooi modelletje, want smaak had ze altijd wel.
Op een weekend dat ik haar bezoek is haar BH wel op een bijzondere manier aangetrokken. Haar oude borsten hangen eronder, niet erin. Samen met een verzorgende fatsoeneer ik het geheel. En vraag hoe het mogelijk is dat iemand haar BH niet goed aandoet. "Mannen, hé", zegt ze, "Uitdoen is geen probleem, maar aandoen..." Ik spreek de mannelijke verzorger. Is hij de persoon die geen BH’s kan aandoen? Ik wil hem best een cursus geven... Hij reageert een beetje geïrriteerd. "Er wordt zoveel gepraat hier..." Ik ben benieuwd waar mijn moeders BH zich bevindt, de volgende keer dat ik haar bezoek.

maandag, januari 16, 2006

Effe langs...

Even op bezoek gaan bij mijn moeder moet ik niet doen. Afgelopen vrijdag was ik met een Cubaanse vriend naar de stad waar mijn moeder woont. Hij is erg geïnteresseerd in kerken en heiligen en die heb je daar in overvloed. Na afloop wilde ik ook even bij mijn moeder langs. Het was al etenstijd en ze zat samen met mijn zus over haar bord eten gebogen. Ze zag ons niets eens. Keek vooral naar mijn zus met een van pijn vertrokken gezicht omdat ze een ontsteking in haar mond heeft. Mijn vriend trok wel veel aandacht van de andere dames. Een mevrouw kwam hem vertellen dat haar man drie jaar in Indonesië had gezeten en dat zij drie jaar alleen was geweest. Hij begreep er niets van.
Mijn moeder at door. Ik besloot haar alleen te laten met mijn zus en samen met Herinaldo de door ons gekochte bloemen op haar kamer te zetten. Herinaldo viel om van verbazing van de luxe in het verpleeghuis. Zoiets hebben ze niet in Cuba.
Daarna zijn we met z’n allen maar even beneden in een zitje in de hal gaan zitten. Mijn moeder hield zowel mijn hand als die van mijn zus stevig vast. Ze begreep er allemaal niks van, leek het.
Ik voelde me een stoorzender en besloot maar weg te gaan. Herinaldo pakte haar hand nog even vast. Ze wilde hem bijna niet loslaten.
Even op bezoek gaan bij mijn moeder moet ik dus maar niet meer doen.

maandag, januari 09, 2006

Portret van mijn moeder (1)

“Wat doet je moeder zoal de hele dag...?”
Ik ben op bezoek in het atelier van Arie Schippers aan wie ik heb gevraagd of hij een portret van mijn moeder wil maken. Ik heb hem uitgelegd dat ze dementeert. Maar wat doet zij de hele dag?! Niets, denk ik, maar ik begin meteen van alles op te sommen. Ze kijkt foto’s, ze aait haar knuffelbeesten, praat met de babypop. Ze leest boeken, nee niet lezen, ze kijkt in boeken of tijdschriften, leest af en toe ondersteboven. “Bij leven las ze veel boeken...”, zeg ik en ik schrik van mijn eigen woorden.
“Een boek heeft iets vertrouwds voor haar, bedoel je?”, hij redt me uit mijn eigen verwarring.
Bij leven... toen ze nog helder was. Rare verspreking.
Maar wat doet mijn moeder de hele dag? Vanaf het moment dat ze in het verpleeghuis kwam is haar alles uit handen genomen. In het begin at ze niet eens zelf. Gelukkig hadden wij extra hulp geregeld en na verloop van tijd ging ze weer eten. Dat is nu weer wat minder geworden, maar toch pakt ze regelmatig tijdens het eten zelf weer even de vork of de lepel ter hand. Of gebruikt gewoon haar handen. Koffiedrinken lukt haar ook niet meer zo goed. Dan gaat er meer overheen dan dat er in haar mond komt. Als ik ’s morgens bij haar binnenkom, staat het koffiekopje soms heel ver van haar af. Dan mag ze er alleen maar naar kijken, denk ik.
Als ik haar ’s avonds uitkleed, probeer ik er aan te denken om haar zelf haar armen uit de mouwen van haar blouse te laten trekken. Dat vergeet ik ook vaak. De verzorgenden hebben daar niet eens de tijd voor. Of nemen er de tijd niet voor. Of vergeten het ook.
Mijn moeder zit de hele dag in de rolstoel en is afhankelijk van anderen die haar iets aanbieden. Zelf kan ze er niet meer om vragen. Misschien vraagt ze wel, maar wij slagen er niet in haar te begrijpen. Ze kijkt veel. Misschien verwondert ze zich wel de hele dag over waar ze terecht is gekomen.
Slapen doet ze ook veel, in haar stoel. Van die muizenslaapjes waar ze dan helemaal verkwikt weer uit te voorschijn kan komen. Ik vrees dat het een portret van een slapende moeder zal gaan worden.

maandag, januari 02, 2006

'Hebben we alles?'

De dinsdag voor Kerst vergezelde ik een vriendin van mij wiens moeder onder de rook van Rotterdam haar laatste dagen slijt in een mooi huis, met uitzicht op de snelweg. De entree was ruim versierd met kerstspullen. In het restaurant stond een mooi opgedekte tafel, maar de menukaarten bevatten een stichtelijke wens, geen menu.
We haalden haar moeder op van de tweede verdieping, een oud dametje dat helemaal kromgebogen in haar stoel zat. Ze mummelde een beetje tegen haar dochter. We waren de enigen, de andere bewoners waren al naar beneden naar de feestzaal. “Hebben we alles?”, vroeg de ene verzorgende opgewekt aan de andere. “Ja, alleen mevrouw X moet nog naar beneden, maar daar zorgt haar dochter voor.”
In de feestzaal zaten en lagen de mensen (in bed) rond een podium. Er waren oude en jonge mensen. Eén van de verzorgenden opende de kerstbijeenkomst met de mededeling dat iedereen natuurlijk met kerst het liefst thuis was bij zijn familie. Helaas was dat niet mogelijk en daarom ‘maken we er wat van’. Ze herhaalde dat nog een paar keer op een andere manier. ‘Als ze dat nog een keer zegt, ga ik gillen’, siste mijn vriendin in mijn oor. Alsof thuis kerst vieren altijd leuk is.
Daarna volgde kerstgezang begeleid door een goed bedoeld amateur orkestje. De geestelijk verzorger gaf een geestelijke boodschap mee die ik alweer ben vergeten. En iemand las een onverstaanbaar gedicht voor. Indrukwekkend was de toespraak van de vader van een jong meisje dat de hele bijeenkomst onbeweeglijk in haar rolstoel zat. Hij vertelde dat dit zijn tweede kerst was in het tehuis en dat hij nu pas echt kerst kon vieren, want de vorige keer had hij te veel verdriet om wat zijn dochter was overkomen. Hij bedankte de verzorging en had voor iedereen een cadeautje onder de kerstboom gezet. De verzorgende ‘die er wat van ging maken’, greep het bedankje van de vader aan om te zeggen dat het allemaal wel meeviel in de verpleeghuizen. Ook hier wist ze niet van ophouden. Een beetje wrang want haar verpleeghuis was vorig jaar nog in het nieuws omdat de Inspectie het helemaal niet zo fantastisch vond.
Maar goed, het was tijd om de kerstcadeautjes open te maken. De moeder van mijn vriendin had de hele kerstviering in elkaar gedoken in haar stoel gezeten. Met het uitpakken van de cadeautjes leek ze er weer even bij te zijn. Of kwam het van het glaasje advocaat? Toen had het voor haar wel lang genoeg geduurd, ze begon onrustig te bewegen in de stoel en wilde weg.
Naderhand vroeg ik me af voor wie die kerstviering nu eigenlijk bedoeld was. De toespraak van de verzorgende, de geestelijke verzorger en de vader gingen allemaal over de hoofden van de bewoners heen. Ik weet niet of dit de beste manier is om Kerst te vieren met onze ouders in een verpleeghuis.