maandag, oktober 25, 2010

Nieuwe staatssecretaris op Volksgezondheid

Een verpleeghuisarts als staatssecretaris Volksgezondheid! Toen ik de introductie van de politiek onbekende Marlies Veldhuijzen van Zanten in de NRC las werd ik wel blij. Ze weet wat er gebeurt in de ouderenzorg, de verschraling van de zorg, de dalende kwaliteit van het personeel. Wat me persoonlijk erg trof was een alinea die blijkbaar gaat over thuiswonende ouderen en de samenwerking met de huisarts. Een collega van haar zegt daar: “Ouderen lijden aan regieverlies. De signalen over hun welbevinden komen dus van hun omgeving, de huisarts, de familie, de verpleegkundige, maar die hebben vaak een eigen agenda. Je moet die omgeving dus kennen, maar tegelijkertijd de patiënt niet uit het oog verliezen. Daar heeft zij veel werk van gemaakt.”
Wat ik hier interessant vind, is dat zij erkent dat alle partijen in de zorg voor de ouderen een eigen agenda hebben. Overigens heeft het begrip ‘eigen agenda’ wel een beetje negatieve bijklank, maar ik zie dat zelf niet zo, zolang het maar geen geheime agenda’s zijn. En ik zou zelf nog willen toevoegen dat het om iets meer gaat dan alleen ‘de omgeving kennen’.
Haar uitspraak kun je volgens mij ook zo op de verpleeghuiszorg voor dementerenden leggen. Als je de patiënt maar niet uit het oog verliest, wat alleen maar méér belangrijk is bij dementerenden die zelf niet meer goed kunnen aangeven wat zij wensen. Ik zou dan wel aan het begrip ‘eigen agenda’ ook de ‘eigen rol’ willen koppelen. In de zorg voor dementerenden: de verzorging en de familie hebben elk een eigen rol en dan kom ik toch weer terug op partnerschap. Verzorging en familie zouden partners moeten zijn, elk met hun eigen rol, hun eigen agenda, en alles zonder de persoon in kwestie en haar welzijn uit het oog te verliezen. En niks geheims.
Ik lees net dat het dubbele paspoort van deze nieuwe staatssecretaris niet uitmaakt. Gelukkig.

donderdag, oktober 21, 2010

De toekomst

In de NRC stond een fotoserie van een robot met menselijke trekken.



De laatste zin in het onderschrift.
'De industrie, deze week bijeen in Taiwan, benadrukt dat robots steeds meer worden gebruikt in de zorg, onder meer bij hulp aan dementiepatiënten.'

Ik hoop dat ik tegen die tijd kan kiezen uit verschillende voorbeelden. Ik wil er een zonder snor!

maandag, oktober 18, 2010

Ik maak me zorgen

Ik maak me zorgen om mijn moeder. Ze was heel verkouden, maar dat is nu wel weer een beetje over. Het was erg eng om naast haar te zitten. Ze moest dan hoesten en dat lukte niet altijd en dan liep ze helemaal rood aan. Ik heb thymsiroop voor haar gekocht, omdat ze zo'n schorre stem had van het hoesten. De arts heeft naar mijn weten niet naar haar gekeken. Ik kreeg wel een keer te horen dat de hoestsiroop goed voor haar was, maar dat hoorde ik van de eerst verantwoordelijk verzorgende. Dat vond ik wel een beetje raar, alsof wij maar een beetje moeten dokteren met haar.
Daarnaast heeft ze ook van die rare dingen. Ze had al twee keer ineens zomaar een dikke hand. Ik dacht dat ze misschien door een wesp was gestoken. Maar dat was het niet. Met een coldpack erop was het gelukkig snel weer weg. En ik las ook in het zorgdossier dat ze zich had omgerold in bed en op haar gezicht was komen te liggen. Ik wist niet dat ze dat nog kon, zich omrollen.
Ik krijg de indruk dat de verpleeghuisarts alleen maar contact heeft met de eerst verantwoordelijk verzorgende, dat hij mijn moeder eigenlijk nauwelijks ziet. Een soort dokter op afstand. Nu weet ik ook wel dat de evv-er veel ervaring heeft, maar sinds een paar maanden werkt hij minder uren. En hij is nu ook nog maar de enige evv-er, vroeger waren er twee. Gaat dat allemaal wel goed?

maandag, oktober 11, 2010

Handen op de rug

Ik was op een congres van de SER over de betaalbaarheid van de langdurige zorg. Daar word je niet vrolijk van als je al die cijfers over het scherm ziet rollen. Maar het is altijd prettig als er mensen in de zaal zijn die helder zonder ingewikkelde gedachtesprongen een constructieve bijdrage leveren. Het probleem bestaat overigens echt, de langdurige zorg, de zorg voor ouderen, gehandicapten, gaat een steeds groter deel van het overheidsbudget bepalen.
Maar goed, er stond dus een mevrouw op die bij een organisatie van ondernemingsraden in de thuiszorg behoorde. Vroeger, zei ze, toen de gezinsverzorgster aan huis kwam, stond de zelfredzaamheid van de cliënt altijd bovenaan. Tot we dat op een zeker moment hebben afgeschaft. We hadden ineens recht op zorg. Maar de beroepshouding is altijd zo gebleven: mensen moeten zelf de regie in handen houden, als thuiszorgmedewerker houd je de handen op de rug.
Ik vind dat mooi gezegd. Je helpt iemand hoogstens zichzelf te helpen. Buurtzorg, een jonge organisatie in de thuiszorg, werkt volgens dat principe, en dat heeft ze uitgebreid naar wat familie en verwanten kunnen doen om te helpen.
Als ik dat zo hoor, vraag ik me eigenlijk af waarom niet ook zo wordt gewerkt in de verpleeghuiszorg, of eigenlijk in de hele intramurale zorg. Waarom is de houding daar: kom maar hier met uw moeder, wij zorgen vanaf nu voor haar. En mevrouw, wij zorgen er ook voor dat u de hele dag met uw handen op schoot mag of moet zitten. We organiseren wel een bingomiddag voor u, zonder te vragen of u van bingo houdt, maar uw lakens vouwen dat hoeft u niet te doen. Eten koken, helaas, haccp - hygiëneregels, dat doen wij voor u. Anders wordt u ziek. Ik heb het voor het gemak nu even alleen over de psychogeriatrische zorg. Hoe zou de zorg in het verpleeghuis eruit zien als je daar ook de mensen zelf, hun familie en verwanten, erbij betrok?

maandag, oktober 04, 2010

Een psycholoog om aan te raken

Ik ga terugkomen op mijn uitspraak waarmee ik mijn vorige blog eindigde. Namelijk dat ik dacht dat psychologen nergens goed voor waren in het verpleeghuis. Afgelopen weekend las ik het dossier van mijn moeder en voor het eerst in acht jaar las ik iets waarvan ik dacht: ja, dat is nu een functie van een psycholoog. In het verslag stond dat het vergevorderde stadium van dementie waarin mijn moeder verkeert, van de verzorging een aparte benadering vraagt. Veel voor haar zingen, haar aanraken en knuffelen, haar lekkere hapjes geven, met haar snoezelen. Overal, van de slaapkamer, tot de huiskamer, tot de badkamer. Warmte bieden en veilige geborgenheid, een rustige plek, een zachte stem, koosnamen gebruiken.
Als ik het echter goed lees, namelijk wiens namen er boven staan, is het de evv-er (de eerst verantwoordelijk verzorgende) die het onderzoek heeft gedaan en heeft de psycholoog zijn of haar handtekening onder het verslag gezet. Dus eigenlijk is het werk gedaan door de evv-er, die zelf zeker bovenstaande in de praktijk tracht te brengen, voor zover de (gekorte) werkuren dat toelaten. Maar goed, iemand moet het psychologisch overzicht houden.
De vraag is alleen of dit voldoende is. Houdt het werk van de psycholoog hiermee op? Geeft hij ook training aan de verzorgenden? Reflecteert hij met hen hoe ze omgaan met mijn moeder? En hoe zit het met ons, de familie, die ook zeer betrokken is bij de zorg voor mijn moeder? Biedt hij bovendien ook de middelen aan om te snoezelen, zo zou ik heel graag samen met mijn moeder in bad willen, of mijn moeder zelf weer in bad doen, maar de apparatuur om haar in bad te doen is te belastend voor haar. Waar is die psycholoog? Kan ik hem ook aanraken?