maandag, augustus 27, 2012

Verplichte uren

Met het afgelopen bezoek aan mijn moeder had ik met gemak aan de 'vier uur verplicht' kunnen voldoen zoals voorgesteld door de directeur van de Vierstroom. Het was dat vreselijk hete weekend, waar ik al over schreef. Het hele lange weekend waren de gordijnen dicht op de etage van mijn moeder, sloegen de stoppen regelmatig door en was bijna iedereen, mijzelf incluis, aardig chagrijnig.
Weer thuis had ik het er met de buurvrouw over die uit de gehandicaptenzorg komt en ik weet niet of het aan de sector of aan haar ligt maar ze heeft altijd van die goeie ideeën.
Wat zij zou doen als ze zo´n weekend op de etage van mijn moeder werkte? Ze zou de woonkamer omtoveren in een zeestrand, een dvd met zee op tv, geluiden van meeuwen op de geluidsinstallatie. Verder zou ze voeten- en handenbadjes met water neerzetten, wellicht met wat waterpistolen. Je mag toch ook een beetje pret hebben als je dement bent?!
Ze stak me aan, dus ik fantaseerde verder. Badlakens op de grond, strandballen en natuurlijk ijsjes. Iedereen, voor zover mogelijk in zwempak met zonnehoed op. Een knappe badmeester met een fluitje die enorme glazen koude limonade met een rietje rondbrengt. Een kinderbad met water en daarin wat poppen uit de snoezelruimte, voor het geval er geen achterkleinkinderen op bezoek komen. Mijn moeders bed zou ik er natuurlijk ook bijzetten en omtoveren in een strandligstoel met kleurige lappen. Ik zou haar een zonnehoed op zetten en haar gezicht en armen inwrijven met een beetje zonnebrand voor de geur.
Al fantaserend was het sportuurtje dat wij altijd gezamenlijk doorbrengen al weer bijna om. Jammer toch dat er niet zulke mensen als mijn buurvrouw op de etage van mijn moeder werken. Als zo´n plan was geopperd, of als de atmosfeer zo zou zijn dat ik het zelf had kunnen voorstellen, dan had ik graag een handje geholpen. Vrijwillig, maar wel in een rustig tempo.
Er was één mevrouw bij mijn moeders etagegenoten die het zeker leuk had gevonden. Ze is altijd zeer bozig, maar deze keer niet. Ze wenkte met haar vinger naar mij. Ik moest naar haar toekomen. 'Weet je wat ik ga doen vandaag?', ze zei het op een beetje samenzweerderige toon. 'Trampoline springen!' Die hadden we er dan ook bijgezet, speciaal voor haar.

maandag, augustus 20, 2012

Aan mijn moeders bed - vervolg

Met die hitte is het misschien ook voor mijn moeder geen genoegen dat er iemand aan haar bed zit. Ik heb het gevoel dat ik nog wat extra warmte toevoeg aan haar kamer. Op advies van de verzorgenden is alles potdicht, haar kamer ligt op het zuidwesten dus de zon komt als hij op zijn warmst is. De ramen zijn dicht, de zonwering neergelaten en de gordijnen ook nog eens gesloten. Een kleine ventilator staat op haar gericht. Die draai ik maar om, ik kan me herinneren dat je daar erg ziek van kan worden. Voor de rest beweeg ik zelf ook maar niet te veel. Ik kijk naar mijn moeder die af en toe haar gezicht verkrampt, die meestal slaapt en soms even haar ogen opendoet. Ik geef haar te drinken. Het middageten is niet afgestemd op de temperaturen die er dit weekend heersen. Instituutsdenken, het eten is al maanden van tevoren gepland. Ik zet de deur maar wagenwijd open in de hoop dat er wat frisse lucht komt van de etage. In de woonkamer staat een gigantisch apparaat te blazen waardoor de stoppen regelmatig doorslaan. Op een helpende na, werken er allemaal ingezonden werkkrachten. Een mevrouw snikt een beetje op haar stoel, ‘allemaal andere gezichten’, zegt ze.

dinsdag, augustus 14, 2012

Aan mijn moeders bed

Ik zat een middag aan mijn moeders bed. Ze sliep. Soms diep, soms licht en af en toe deed ze haar ogen open en keek – zo leek het – in het niets. Of keek ze naar mij? Zo nu en dan zag ik ook haar gezicht verkrampen. Navraag leerde dat het waarschijnlijk buikkrampen waren.
Ondertussen las ik mijn moeder wat voor en vertelde haar wat me de afgelopen periode zoal bezig had gehouden. Een verzorgende kwam wat te eten brengen voor mijn moeder en bleef nog even aan het bed staan. Doordat wij zelf mijn moeder helpen met eten, heeft de verzorgende iets meer tijd (5 minuten?) en die kan ze – zoals deze verzorgende – gebruiken om eens naar mijn moeder te informeren.
Ze vroeg me wat ik zoal zag aan mijn moeder als ik zo’n middag aan haar bed zat, want zij kreeg nooit de gelegenheid om op deze manier aan het bed van de cliënt te zitten. Wat goed van deze verzorgende dat ze zichzelf en mij deze vraag stelde. Eigenlijk had ik willen uitroepen: was tien jaar geleden met deze vraag komen, maar toen werkte deze verzorgende nog niet op de afdeling van mijn moeder. Ze is nieuw.

woensdag, augustus 08, 2012

Verplicht ondersteunen

Ik kan het echt niet helpen, maar zo’n bericht over het verplichten van familie om mee te helpen bij ‘de ondersteuning van cliënten’… daarvan val ik bijna van mijn stoel af van het lachen. Niet omdat ik vind dat familie niet mee zou kunnen helpen, maar omdat ik weet dat familie al heel veel meehelpt of mee zou willen helpen. Het lachen neigt dan wel naar een lichte soort van hysterie, moet ik toegeven. Maar dat is niet zonder reden.
De afgelopen maanden wroet ik in de archieven van tien jaar mijn moeder in het verpleeghuis, precies over dit thema. Als ik erin slaag er een boek van te maken dan zou de titel ‘gemiste kansen’ de lading aardig dekken. Al na drie maanden vroegen wij of ze niet eens een bijeenkomst konden organiseren voor familie en verzorgenden, om ervaringen uit te wisselen. Die bijeenkomst is er nooit geweest. Ja, er zijn talloze bijeenkomsten geweest, maar dat waren eenrichtingsbijeenkomsten, zo noem ik die altijd. De locatiemanager had wat te vertellen en wij draafden op en moesten luisteren. En als je dan een vraag stelde die hem niet beviel dan werd de vloer met je aangeveegd.
Op de bijeenkomst die ik bedoel, zou je met elkaar kunnen praten over wat ieder doet en waarom. Gewoon, als twee ‘partijen’ die beiden het welzijn van je familielid voor ogen hebben. Dat zou een eerste stap zijn. Zelf denk ik dat verzorgenden dat nog wel zouden willen, maar dan moeten ze wel ondersteund worden door hun leidinggevenden. En niet – zoals bij mijn moeder – te horen krijgen dat ze niet met familie moeten praten. Dus ik denk eigenlijk dat de bestuurders van de zorginstellingen, en alle leidinggevenden die daaronder bungelen, moeten worden verplicht om hun verzorgenden te ondersteunen in hun samenwerking met familie. En wat doen we als sanctie? Geen loonsverhogingen of bonussen?