woensdag, juli 03, 2013

Gedoemd te mislukken?

Gisterenavond besteedde Nieuwsuur aandacht aan de thuiszorg die niet langer betaald gaat worden uit de AWBZ maar uit het gemeentelijke budget. Nou, als je dat item hebt gezien en je hebt thuiszorg, dan ben je goed bang gemaakt. Om te beginnen de titel: werklozen moeten de thuiszorg doen. Daarmee is de toon al gelijk gezet. Werklozen, dat zijn mensen die niet voor niets werkloos zijn en die heb je liever niet in je huis. Vervolgens komt er een vage wethouder vertellen dat vrijwilligers ‘medische verstrekkingen’ kunnen verrichten, ik ga er maar vanuit dat ze zich uit nervositeit ongelukkig uitdrukt. Ik ziet het al voor me. ‘He buurvrouw, kom je even een medische verstrekking bij me doen?’ Maar de beste scene vind ik toch die van de WMO-consulent die een zogeheten keukentafelgesprek houdt.
Ik heb even uit geschreven:
De WMO-consulent: ‘Er is natuurlijk ook al hulp bij de huishouding momenteel, kijk als u zegt op een moment ik kan het ook oplossen op een andere manier, van binnen mijn eigen netwerk, met de hulp van de buren, dan zou dat hartstikke mooi zijn natuurlijk. Ik weet niet of u daar wel eens over heeft nagedacht?’
Mevrouw: ‘nou eh nee dat doe ik liever niet.’
De consulent: ‘En wat is de reden dat u dat liever niet doet?’
Mevrouw: ‘Nou dat weet ik niet, dan ben ik te afhankelijk van de buren. En je kan heel goed met de buren, maar het moet ook nog niet dat je ze voor alles nodig hebt.’
De consulent: ‘Zijn er nog oplossingen binnen de eigen familie misschien?’
De dochter: ‘Nou ja, als er geen zorg meer wordt gegeven, of als de huishoudelijke hulp stopt, dan zullen we ons steentje bijdragen. Dan kom je hier en ga je schoonmaken, weet je, zoals we nu ook de tuin doen. Dan komt dat erbij eventueel.’ Ze moet er een beetje bij lachen. Nu heeft de samensteller bij Nieuwsuur even niet goed opgelet, want dit deel van het gesprek gaat over huishoudelijke hulp, niet over zorg. Het gesprek gaat verder.
De WMO-consulent: ‘Kijk, het is voor de gemeente niet te betalen om iedereen een rolstoel te geven die je maar een keer in de week gebruikt.’
De dochter: ‘Als je een keer nu niet uit bed kunt komen, kun je best wel bellen naar de buren, maar niet als het dagelijks is. Je kan niet een claim op mensen leggen. Iedereen werkt en iedereen is bezig, nee dat zijn echt dingen dat mag je van anderen niet vragen. Nee, dat vind ik een hele kwalijke zaak. We hebben zorg voor elkaar, maar sommige zorg moet echt door professionals gegeven worden. Niet door buren, die moeten andere dingen doen.’
Nu weet ik ook wel dat ze bij Nieuwsuur waarschijnlijk heftig hebben geknipt om tot dit resultaat te komen, er vast veel weggevallen, maar toch krommen mijn tenen en rijzen mij mijn haren ten berge. Waardoor? Ten eerste dat de consulent zich uitdrukt in de taal van de aanbieder, niet van de vrager. ‘Uw eigen netwerk’ is zo’n begrip. Of ‘iedereen een rolstoel geven’, ook zo’n mooie. Of ‘zijn er nog oplossingen binnen de eigen familie misschien?’.
Ten tweede dat hij niet luistert. Wij als ‘gewone’ burgers maken geen hard onderscheid tussen zorg en welzijn, zoals een professional dat doet, en wij maken ook niet altijd een onderscheid tussen persoonlijke zorg en zorg door professionals. De dochter doet al de tuin en zal als de nood aan de man is ook wel helpen in het huishouden ‘als er geen zorg meer wordt gegeven’. De dochter schakelt ook naadloos tussen de zorg van buren die haar moeder een keertje uit bed helpen, en (dezelfde) zorg die ‘echt door professionals’ gegeven moet worden.’
Het is een leuke consulent, ik zou hem zelf wel eens aan zijn keukentafel willen spreken. Dan zou ik hem eerst vragen naar zijn familie, zijn vrienden. Bij wie hij om hulp kan vragen en dat ook doet, en bij wie niet. Wie hem om hulp kan vragen? Hoe zijn contact met de buren is, of hij wel eens wat voor hen doet en zij voor hem? Dat zou het begin, met nadruk het begin, kunnen zijn van een waar onderzoek naar ‘eigen kracht’, dat misschien tot heel verrassende uitkomsten leidt, misschien ook niet. Misschien heeft die mevrouw de hulp die ze krijgt hard nodig. En wat doe je dan? De rolstoel afpakken. Hier zou ik dan wel een beetje moeten lachen.