Verdwaald in het geheugenpaleis, trailer
Oktober 2002 brak mijn moeder haar heup. Zorg thuis was helaas niet meer mogelijk. Vanaf dat moment woonde zij op een verpleegafdeling van een verzorgingshuis. September 2012 overleed mijn moeder. Begin 2016 heb ik dit blog afgesloten. Ik ga verder op www.bekijkhetanders.nl. PS: sommige links in dit blog zullen niet meer werken.
Gisteren moest ik even een nieuw zeefje kopen in de ijzerhandel voor in de afvoer van mijn keukengootsteen. Het is nog zo’n ouderwetse winkel die alles heeft wat je zoekt. Bij het afrekenen maken ze altijd een geschreven bonnetje, met dag en datum erop. De verkoper wist de datum niet meer. En ik ook niet. Ik moest denken aan de prachtige documentaire die ik onlangs heb gezien: ‘Verdwaald in het geheugenpaleis’ door Klara van Es. In deze documentaire volgt de filmmaakster een aantal mensen die in een woongroep voor dementerenden leven, in Essen, België. Omdat zij de film over een periode van een jaar heeft opgenomen zie je ook de achteruitgang van mensen. Zo zie je een mevrouw op het laatst niet meer weten dat een boterham gesmeerd kan worden en dat het kannetje met melk voor de koffie niet het koffiekopje is. Heel aangrijpend en ontroerend tegelijk. En ook erg want als je slechter wordt, moet je verhuizen naar een zwaardere afdeling. Vreselijk. “Net een concentratiekamp”, zei mijn filmgezelschap, maar dat terzijde.
“Allereerst dient de formele zorg meer open te staan voor een actieve betrokkenheid van mantelzorgers in het zorgproces. Ook wanneer het zwaartepunt van zorg al bij de formele zorg is komen te liggen, zoals na opname in een verpleeg- of verzorgingshuis. Veel mantelzorgers kunnen en willen ook dan nog graag bijdragen aan de zorg voor hun naaste. Helaas ondervinden mantelzorgers hierbij vaak belemmeringen. Een goede afstemming en verdeling van de zorgtaken blijft door gebrek aan communicatie hierover achterwege. Dat is een gemiste kans op “meer handen aan het bed”, de kwaliteitsverhoging waar al jaren naar gestreefd wordt. Door in deze samenwerking te investeren en mantelzorgers meer en beter in te schakelen in die fase van de zorg, kunnen hulpverleners worden ontzien zonder dat daarmee de omvang en kwaliteit van de zorg in het gedrang komt.”
Als een verzorgende met mij praat of mailt, gaat die tijd af van de tijd die zij heeft voor mijn moeder of andere bewoners van mijn moeders etage. Dacht ik altijd. Sommige bezoekers krijgen dat ook soms te horen. ‘De tijd die ik voor u gebruik, kan ik niet gebruiken voor de bewoners’. Nu hoorde ik laatst dat dit wellicht niet helemaal waar is. Dus ben ik weer eens in de zorgzwaartepakketten gedoken, waarin zou moeten staan waarop mijn moeder ‘recht’ heeft. Begeleiding valt onder de functie woonzorg naast persoonlijke verzorging en verpleging.
Mijn moeder at haar avondeten met de ogen dicht. Dat was maar goed ook, want het was gemalen en allemaal ongeveer in dezelfde kleurstelling, iets lichtbruinigs, iets lichtgeligs en iets lichtgroenigs en appelmoes. Dus vrij pastelkleurig allemaal. Nu wil het toeval dat ik vorige week 'eten in het donker' heb meegemaakt, een fantastisch initatief van de Bartimeus stichting in Zeist die aan ziende mensen de ervaring van blindheid wil geven, voor even. Na afloop van het zeer smakelijke diner dat we zo goed en zo kwaad als het ging met mes en vork maar vooral met de handen tot ons hadden genomen, vertelde en medewerkster van Bartimeus dat mensen die bijna niets meer zien vaak nog steeds scherpe beelden voor ogen krijgen. Het syndroom van Charles Bonnet. Alsof er een diavoorstelling op de harde schijf van je hersens beschikbaar blijft. Misschien zag mijn moeder wel beelden voorbijkomen van heerlijke diners die ze ooit heeft genuttigd. Wie zal het zeggen.