maandag, september 24, 2007

Kennis maakt machtelozer

Toen we afgelopen keer met mijn moeder naar buiten wilden gaan, hoorden we ineens luid gillen. Wij waren bezig met moeder haar jas aan te doen. Het gillen hield aan en ik keek om een pilaar en zag een man op de grond liggen met een mevrouw in een rolstoel ernaast. De vrouw gilde. Ik rende er naar toe. De man hijgde zwaar en was buiten bewustzijn. Het gejammer van de vrouw in de rolstoel werd luider en luider. Ik probeerde haar wat gerust te stellen, maar dat ging moeilijk. Het hoofd van de man werd paars. Het enige wat ik wist te doen was hem op zijn zij leggen, stabiele zijligging. Wat betreft kennis van de EHBO was ik toen klaar. Iemand achter me zei dat die mevrouw weg moest. Ik zei van niet. Zij bleef tenminste praten met die man. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Toen kwam Mieka en begon haar gerust te stellen. De man werd grauwer en grauwer. Ik had de idee dat iedereen om me heen als bange konijnen naar het tafereeltje stond te kijken, bewoners van het huis, maar ook de officials. Tegelijk zag ik voor het huis een ambulance staan. Ik gilde: “een ambulance!” En wees er naar. Niemand deed iets. Er werd wel gebeld maar er gebeurde niets. Onder het hoofd van de man verscheen een donkerrode plas bloed. Ik aaide hem maar over zijn rug. Hij hijgde ook niet meer.
Toen kwamen de mensen van de afdeling. Zij losten mij af daar op de grond. Een verzorgende voelde de halsslagader en we keken elkaar aan. Het was voorbij.
Wat mij verbaasde aan deze vertoning was het konijnengedrag van iedereen. Niemand deed iets. Ik kan me herinneren dat ik op een bepaald moment tegen officials riep: “Iemand moet me helpen, ik kan dit niet alleen.” Geen reactie. Ik neem toch aan dat iedereen die in een dergelijke instelling werkt toch wel een cursus EHBO heeft gevolgd! Waarom was ik de enige die daar naast die man op de grond zat?
Ik woon afgelegen. Mijn buren wonen op minstens 300 meter afstand. Als er iets gebeurt dan is er niemand anders, met of zonder EHBO. En toen er eens een keer wat ergs gebeurde, waren de buren er sneller bij dan in het verzorgingstehuis van mijn moeder.