maandag, augustus 21, 2006

Doof

Vroeger zeiden we altijd dat mijn moeder Oost-Indisch doof was, maar ze is echt doof. Toen ze helder van geest was, zette ze soms haar gehoorapparaat uit als ze er geen zin meer in had, als mijn vader de televisie te hard had staan, of als er te veel mensen tegelijk aan het praten waren. Zonder gehoorapparaat hoorde ze ook. Vooral lage harde tonen. Dat ontdekte ik toen we een middag tijdens carnaval in het café zaten en de Chaupique binnenkwam, een enorm orkest met heel veel blazers. Mijn moeder hield de handen stevig op haar dove oren.
Ze heeft gehoorapparaten voor beide oren, maar eerlijk gezegd vergeet ik die dingen vaak in te doen en zij is niet in staat om ernaar te vragen. Dit weekend heb ik haar muziek laten horen van mijn I-pod, direct met oortjes in haar oren. Soms een oortje in mijn oor om samen te luisteren. Ze legde haar hoofd op mijn schouder en drukte mijn arm die met de hare was verstrengeld, stevig tegen zich aan. Ze genoot ervan, van ons samenzijn of van de liedjes? ‘Wie ich nog e junkske woar’ dat zong ze vroeger ook voor ons. Of ‘Dolce Paola’ van Adamo dat toen het uitkwam veel stof deed opwaaien... Had de Belgische prinses – inmiddels koningin - iets met Salvatore Adamó? Schande... Schande...
Misschien maak ik wel een enorme vergissing haar de mogelijkheid te onthouden de wereld om zich heen te horen... Volgende keer probeer ik eens aan die apparaten te denken. Moet ik wel iets verzinnen op al die mensen die uit een soort automatisme altijd hard praten als ze iemand van een zekere leeftijd voor zich hebben... Of doet mijn moeder dan automatisch weer haar handen op de oren.