Kom, we gaan naar bed
Een van de laatste mooie ontmoetingen die ik had met een van de verzorgenden van mijn moeders verpleeghuis vond plaats aan haar bed, een week voor haar overlijden. De verzorgende had het dossier van mijn moeder bij zich en moest blijven zitten tot ik uitgelezen was (volgens de laatste verordeningen van hogerhand). Ze had geen haast, zei ze, en ging er eens rustig bij zitten.
Zo raakten we aan de praat. Ze schetste een voorval met een collega. De collega was een meisje dat had geklaagd over een mannelijke bewoner. Telkens als ze hem naar bed bracht kon hij zijn handen niet thuishouden.
Hoe ze hem dan naar bed bracht, wat ze dan tegen hem zei, had de verzorgende gevraagd.
Nou gewoon, had het meisje gezegd, kom meneer Janssen, we gaan naar bed. (of iets van die strekking, dat weet ik niet meer precies)
Ik schoot in de lach, ja, nu begreep ik meneer Janssen wel.
Het meisje kreeg het voorstel om de volgende keer niet meer in wij-vorm te praten en dat werkte.
Zo simpel.
<< Home