maandag, juli 05, 2010

Verboden af te blijven

Het is al weer twee weken geleden dat ik met een buurvrouw naar Rotterdam ben geweest om het Herinneringsmuseum van Humanitas te bezoeken. Ik was zeer aangenaam verrast. De afgelopen dagen heb ik het boek gelezen dat ik daar heb gekocht: ‘Verboden af te blijven’, door Hans Becker, de grondlegger van het museum en van vele andere mooie zaken in de verpleeghuiszorg.
Onze reis begon al goed, we stapten op Rotterdam Centraal uit, had Alexander moeten zijn. Rotterdam Centraal is momenteel een bouwput en heeft veel weg van een doolhof. Op zoek naar de juiste bus of tram troffen we een meisje dat bij het zorgcentrum van Humanitas werkte waar wij moesten zijn. Ze was zo vriendelijk om ons op sleeptouw te nemen. Twee bussen verder, en in hoog tempo, bereikten we ‘Akropolis’, zo heet het centrum. Buiten was een terras waar mensen zaten, jong en oud, mobiel en niet mobiel. Binnen was een ongelooflijk grote maar prettige ruimte, georganiseerde en ongeorganiseerde chaos. Daar hou ik wel van. Twee receptionisten! Een internetplek met mooie Mac’s. Verschillende restaurants, een supermarkt waar je ook bloemen kon kopen. We begonnen maar eerst met koffie drinken. Becker beschrijft zijn zorgcentra als ‘overdekte dorpspleinen’. Dat gevoel kreeg ik ook, iedereen praat makkelijk met elkaar.
Het Herinneringsmuseum zit verstopt in de kelder, even zoeken maar dan vind je ook wat. Ook hier weer heel vriendelijke mensen (allemaal vrijwilligers) die elke vraag probeerden te beantwoorden. En heel veel spullen. Voor mij soms ook een feest der herkenning. En het heeft ook precies het effect dat Becker beoogt: je staat binnen twee tellen met wildvreemden herinneringen op te halen. Grappig. Maar hoe werkt het voor dementerenden? In het boek staat een grappig verhaal van een mevrouw die zo enthousiast werd van een voorwerp dat ze het niet meer terug wilde geven. Geen probleem, Humanitas staat immers bekend om zijn ‘ja’-cultuur, er komt zoveel materiaal binnen dat van alles wel een paar extra exemplaren voorradig zijn.
Soms levert het ook emoties op. Een dochter beschrijft in het boek dat haar moeder, die niet meer kan praten, op een gegeven moment begint te huilen. De dochter weet niet of het van verdriet of van vreugde, ze hoopt maar op het laatste.
In het boek lees ik dat er speciale vrijwilligers zijn die meelopen met dementerende bezoekers. Ze zoeken naar aanknopingspunten voor die ene specifieke persoon, geuren of geluiden, ze doen het rustig aan, ze doseren, ze hebben geduld. Prachtig.
In het boek staat een prachtige foto van een man die in zijn bed ligt, in het museum, met een ouderwetse telefoon in zijn hand. Mijn moeders bed kan niet eens haar kamer uit!
Op de terugweg boven heb ik even de kapsalon bekeken, een heel ander onderwerp, maar ik wilde weten hoe zij dat nu aanpakken met mensen die in rolstoelen zitten. Met een klein beetje genoegen kan ik melden dat de kapster van mijn moeder een slimmere oplossing heeft. Ik ga die de volgende keer fotograferen en zal hem hier plaatsen. En aan Humanitas-Akropolis sturen. ‘Onze’ kapster heeft een slimme echtgenoot die met een beetje lassen de juiste oplossing vond. Dat past helemaal in de zorgfilosofie van Humanitas.