maandag, maart 29, 2010

De hostie

Zondagmorgen kwam ik rond elf uur binnen bij mijn moeder en trof daar de verzorging helemaal in de linkerhoek met koffie en - voor het eerst - de pastoor met de hostie en biddend tussen de mensen aan de andere kant, bij de televisie, waar een heilige mis opstond. Ik ging maar een beetje bij de verzorging staan, uit het zicht. Ik zag mijn moeder in haar rolstoel helemaal in zichzelf gekeerd. En ik vroeg de verzorging of de pastoor mijn moeder ook een hostie zou geven. 'Misschien', zei de verzorgende, maar ik zag de pastoor haar overslaan. Hij maakte een beetje ontredderde indruk alsof hij niet helemaal wist of het juist was wat hij aan het doen was. Inmiddels kwamen er andere mensen binnen om hun familielid op te halen. Ik ben naar mijn moeder gelopen en heb meneer pastoor gevraagd of hij haar een hostie wilde geven. 'Maar dan moet ze wel haar mond opendoen', zei hij. Ik had hem bijna de hostie uit zijn hand gerukt. 'Probeert u maar gewoon' en dat deed hij. Mijn moeder opende automatisch haar mond. De pastoor voegde er nog een heel gebed achteraan.
Later vroeg ik aan de verzorging of het wel helemaal goed was met de pastoor. Hij kan er zo bij komen wonen, begreep ik, want ook hij is regelmatig de weg kwijt. Ach, hij heeft het voordeel dat hij nog wat omhanden heeft, zullen we maar zeggen.