maandag, april 20, 2009

Vrijwilligers en familie

Dit weekend las ik op het grote flatscreen in de hal van het verpleeghuis dat de afdeling waar mijn moeder woont op zoek is naar vrijwilligers en familie die willen helpen met het eten. Zowel bij het ontbijt, het middageten, als het avondeten. Dat is nogal wat om te vragen, bedacht ik me toen ik het las. Ik doe het graag voor mijn moeder, maar ik ben er niet elke dag. Eén weekend in de drie á vier weken. En dan doe ik wel wat meer dan haar alleen helpen met eten. Ik ga met haar naar buiten. Ik tut haar een beetje op. Ik hou haar hand vast. Ik doe haar ’s avonds het nachthemd aan. Om maar wat te noemen. En de andere weekends doen mijn broer en zussen wat ze kunnen. Door de week hebben wij zelf extra mensen gevraagd om mijn moeder te helpen bij het eten, maar vooral ook om met haar naar buiten te gaan als het weer het maar even toelaat.
Dat wij hielpen met eten werd zeker in het begin niet makkelijk geaccepteerd. Zelfs nu nog is het eigenlijk niet de bedoeling dat wij met mijn moeder in de huiskamer eten. Het argument was toen dat er rust moest heersen tijdens het eten. Mijn moeder vindt overigens een beetje reuring, niet al te veel, wel prettig, ook onder het eten.
Ik vroeg een van de verzorgenden hoe ze zich dat voorstelde als de familie zich in grote getale zou aanmelden om te helpen. Moest dat iedereen in de eigen kamer gaan zitten? De verzorgende wist het niet. Ze wist ook niet van de oproep. Maar ze verwachtte toch niet dat familie iets zou willen doen, want die waren juist blij dat ze de zorg kwijt waren. Ik denk niet dat de volgende keer dat ik bij mijn moeder ben de huiskamer vol zit met vrijwilligers en familie die hun dierbare helpen met eten. Toch wel jammer.