maandag, januari 26, 2009

Iemand om vast te houden

De laatste tijd bekruipt me soms het gevoel dat mijn bezoek aan mijn moeder er niet veel meer toe doet. Nu weet ik niet of ik de laatste ben die dat gevoel heeft en dat mijn broers en zussen dat gevoel al veel langer hebben, ik ben niet één van de snelsten, of dat er echt een verandering heeft plaatsgevonden.
Ik denk eigenlijk het laatste, want al ben ik niet snel, ik kan wel goed kijken. En ik zie mijn moeder steeds meer langs en door mij heen kijken, zoals ze doet met bijna alles om haar heen. De meest heldere reactie dit weekend was op zaterdagmiddag bij de kapster. Ze zat onder de droogkap en begon verwoed aan haar hoofd vol krulspelden te voelen en keek er heel boos bij. De kapster had hem te heet staan, zo bleek al snel.
Verder was het niet veel met haar. Af en toe babbelde ze wat in zichzelf, ik hoorde wat namen voorbij komen, en een keertje zei ze: moet je eens luisteren.
Je gaat je dan wel afvragen of je nog een rol of functie hebt voor haar. Voor de verzorgenden heb ik wel een functie, ik neem het werk over dat zij normaal doen, zoals haar helpen met eten en drinken en haar uitkleden voor ze naar bed gaat. En ik neem het werk over waar de verzorgenden zelden tijd voor hebben of tijd voor nemen. Ik ga naast haar zitten en houdt haar hand vast. Ik neem haar mee naar buiten.
’s Middags was de twijfel weg. Ik had haar hand gepakt en aaide er zachtjes overheen. Ze greep me vast en liet me niet meer los.