maandag, april 16, 2007

Alzheimer café

Ik was voor mijn werk op bezoek bij een Alzheimer café. Ik had er al veel over gehoord maar was er nooit geweest. Er kwam een klinisch geriater spreken over dementie. Het zaaltje zal redelijk gevuld met mensen waarvan de meesten een partner hadden die aan dementie leed. Een enkeling had haar of zijn partner ook meegenomen, maar die zag je al heel snel een beetje knikkebollen. Niet dat het slaapverwekkend was. De geriater vertelde uitgebreid over testen en onderzoeken en over de stand van de wetenschap op dit moment. Ik begreep van haar dat je niet meer kunt zeggen dat iemand Alzheimer heeft of vasculaire dementie. Men weet nu dat die verschillende vormen van dementie niet apart voorkomen. Op middelen tegen dementie kunnen we nog lang wachten. De ziekte is te complex voor een medicijn. En de huidige anti-Alzheimer pillen hebben ernstige bijwerkingen. Er was een mevrouw die voor het eerst kwam omdat ze dacht dat haar man dementeerde. Ik voelde de wanhoop in de vragen van die vrouw. Naast mij zat een vrouw met haar dementerende man. Zij vertelde in de pauze dat ze bij een lotgenotengroep zat, met alleen partners van dementerenden. Niet met de kinderen, zei ze resoluut. Die wonen er niet 24 uur per dag bij. En bij de uitgang sprak een dochter me aan over haar moeder die in een flatje verpieterde. Gelukkig had zij nu contact met een maatschappelijk werkster van de RIAGG, een flinke dame. Hopelijk heeft ze er wat aan.