maandag, april 02, 2007

Over de man die zijn vrouw niet mocht opzoeken

Ik ontmoette een man wiens vrouw in een verpleeghuis woont. Zijn vrouw is erg van karakter veranderd door haar ziekte en dat had tot gevolg dat zij het hele verpleeghuis op zijn kop zette als hij op bezoek was geweest. In een gesprek dat hij vervolgens had met de psychologe werd hem aangeraden om minder op bezoek te komen om te kijken of dat zou helpen haar wat rustiger te maken. In plaats van vier keer per week, zou hij maar één keer per week komen. Dat heeft hij even uitgeprobeerd, maar al snel ging hij toch weer vaker naar zijn vrouw. Hij kreeg een ‘raar gevoel’ van het advies.
Op een of andere manier stuit zo’n advies van een psychologe mij erg tegen de borst. Hoe kun je tegen een man van tachtig die al een halve eeuw met zijn vrouw verkeert, zeggen dat hij haar minder moet bezoeken?
Is hier sprake van de ‘conceptuele mismatch’ zoals Andries Baart dat beschrijft? ‘Deze mismatch komt neer op de machtsvraag wiens uitleg van de situatie geldt en naar wie er wel of niet geluisterd wordt. Mismatch komt ook in deze situatie voor: de kennis van onderzoekers gaat voor die van uitvoerders, van gestudeerde types voor die van MBO’ers en cliënten (...) De vraag is steeds weer: wie heeft de zeggenschap, de definitiemacht en bepaalt wat geldige kennis is?’

Het citaat komt uit het artikel ‘Wat aandachtige nabijheid vermag; Over professionaliteit en present-zijn in complexe situaties’, uitgegeven door het Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2003