maandag, augustus 29, 2011

Bed-woman



Vorige keer was het weer zo ver. ‘Bij de bedmensen doen we altijd…’ En ik werd weer boos. Natuurlijk weet ik dat het niet slecht bedoeld is, maar ik vind het beledigend dat mijn moeder zo wordt aangesproken. Het kwetst me. Maar ik realiseer me natuurlijk (na een tijdje) dat het niet zo interessant is dat het mij kwetst. Maar toch is dat niet het enige. Het ruikt mij te veel naar routine, productiewerk en vakken vullen. Alle ‘bedmensen’ zijn hetzelfde. 'Elke dag om half negen doen we de bedmensen’. Het klinkt niet als: we kijken of uw moeder wakker is en als ze nog slaapt dan laten we haar nog even liggen. Dat zou ik liever horen. Niet alleen kwetst mij dat minder, mooi meegenomen, maar het geeft me ook het idee dat er naar mijn moeder wordt gekeken, niet dat er uit routine wordt gehandeld.
Ik kwam bozig terug in het pension waar ik altijd logeer als ik bij mijn moeder ben. De pensionhoudster kwam met het voorstel om van bedmens een soort geuzennaam te maken. ‘Bed-man’, zei ze na enig nadenken. ‘Bed-woman’, zei ik. Dat klinkt wel goed. De volgende keer plak ik een sticker op mijn moeders deur.