dinsdag, januari 22, 2008

Voor een ander beslissen

Onlangs verscheen het proefschrift ‘Voor een ander’ van Dorothea Touwen, medisch ethicus. Ze is daar vorige week op gepromoveerd, het proefschrift heb ik nog niet kunnen lezen, wel verschillende artikelen en commentaren op internet. Het gaat over het beslissen over medische handelingen voor een ander in het verpleeghuis. Volgens de wet is voor een medische behandeling toestemming nodig van de patiënt en als die daar niet toe in staat is, van zijn vertegenwoordiger. Meestal de familie.
En dat kan leiden tot verschil van mening, conflicten of nog erger. Touwen heeft voor haar onderzoek enkele maanden rondgekeken in verschillende verpleeghuizen. Beslissen voor een ander is moeilijk. Dat snapt zij gelukkig ook. Elke keer bij de jaarlijkse griepspuit vraag ik me al af of we dat moeten doen. Alleen is het jammer dat zij de stereotiepen familie versus verpleeghuis zo versterkt. Als familie zouden we een ‘tragische bias’ hebben, namelijk dat we ‘de kwaliteit van leven van onze geliefde vaak lager inschatten dan de patiënt zelf’. Het personeel daarentegen zou een ‘rooskleurige bias’ hebben. Zij zouden positiever zijn over de kwaliteit van leven omdat ze meer gewend zijn. Ik weet niet hoe dat voor anderen ligt, maar ik voor mezelf voel me meer passen in het hokje ‘rooskleurige bias’, en van verzorgenden op mijn moeders afdeling heb ik vaak het gevoel dat zij juist in de ‘tragische bias’ zitten. Ach, het zijn maar hokjes. Het belangrijkste advies van Touwen is in gesprek blijven met elkaar, ook met de patiënt. Maar daarvoor is het wel belangrijk dat je elkaars motieven respecteert. Op internet las ik een mooi commentaar:
“Een ieder heeft de verantwoordelijkheid om een modus te vinden die recht doet aan degene die verzorgd wordt én aan de familie die ermee uit de voeten moet kunnen. Dit vereist een continue alertheid en veelvuldig praten met alle betrokkenen.” (reactie op een column over het proefschrift door Jos Dessart-van Dooren.)