Bestuurdersparticipatie
Het woord participeren is zo makkelijk gebruikt. We willen
zelf participeren, als student, als burger, als patiënt, als familie van de patiënt.
En we moeten participeren, in de buurt, in de zorg van onze naasten, in de
activiteiten van het verpleeghuis.
Ik vond onlangs bijgaand plaatje op internet. Het is volgens
mijn informatie gebruikt in de roerige jaren zestig in Parijs. De spijker op
zijn kop, zou je denken. Maar tegelijk vroeg ik me af of we participeren niet
te veel als wij-zij-gebeuren opvatten. Wij moeten participeren, en zij
profiteren ervan. Wij kunnen ook profiteren van participeren. En ‘zij’, wie
zijn die ‘zij’? Is het wel waar dat participeren vaak niet meer is dan dat ‘wij’ mogen meedoen aan iets wat ‘zij’ hebben bedacht. Ik hoorde laatst op de
radio iets over gemeentepolitiek. Een verontwaardigde burger meende dat college
van wethouders toch met een visie op pad moest gaan. Maar kun je wel participeren
als er een visie op tafel ligt. En in hoeverre participeert het gemeentebestuur
als ze met een visie op pad gaat?
Vervolgens vroeg ik me af of ‘zij’ eigenlijk wel (kunnen) participeren, en hoe doen ze dat dan? Misschien moeten we beginnen met het niet over burger-,
familie- of patiëntenparticipatie te hebben, maar over bestuurdersparticipatie,
participatie van ‘zij’.
<< Home