maandag, april 11, 2011

Ontmoeten

Omdat mijn moeder zo ver weg is in haar geest, breng ik de tijd bij mijn moeder vaak door met andere bewoners van de etage. Met één mevrouw kan ik goed overweg. Als het me lukt maak ik een praatje met haar. Of ik nodig haar uit voor een kopje koffie bij mijn moeder. Onze gesprekken zijn over het algemeen van een onbegrijpelijke en vaak verwarrende inhoud. Maar soms ook niet. Zo maakte ze een tijdje geleden een grap over haar afkomst. Ze heeft in haar jeugd in Rotterdam gewoond, in de wijk Portugaal. Dus we kregen het over Portugaal. 'Oh', zei toen een vriendin die naast me zat en Rotterdam niet kent, 'dan spreekt u zeker Portugees'.
'Nee hoor', zei ze met een grijns, 'ik spreek Portugaals'.
Zo dement is ze niet, dacht ik toen even.
Afgelopen weekend zei ze weer zo iets raaks, maar ik weet niet of ze nu doorhad hoe waar het was wat ze zei. Ze klaagde dat ze niet wist wat ze moet doen. Waar ze heen moest en waarom. Dat haar ouders haar zouden komen ophalen. Ik probeerde haar wat gerust te stellen, dat ze nu in dit huis woonde en een kamer had en dat ze echt goed voor haar zorgen, hier in dit huis.
'Wie dan?', vroeg ze.
'Die mevrouw die mij net hielp mijn moeder in bed te leggen', zei ik.
'Maar hoe heet ze dan?'
Dat kon ik nou ook weer niet zeggen. Ze is voor mij een nieuw gezicht. Toen ze even voorbij ons kwam, hebben we haar samen gevraagd hoe ze heette. Weg was ze weer.
'En zo zijn er meer', vervolgde ik, 'en die zorgen allemaal voor u'.
Ze zuchtte en hief haar handen in de lucht. 'Als ik die mensen nou eens kon ontmoeten, zoals met jou...'
Ze zal het wel niet bedoeld hebben, maar wat heeft ze gelijk.