dinsdag, mei 08, 2012

Familie is geen vrijwilliger

Ik sprak laatst met iemand over de juridische aspecten van de hulp die wij aan mijn moeder geven. Voordat ze alle dagen in bed lag, gingen we met haar naar buiten, gaven we haar van alles te eten en te drinken. We deden haar in bad en later - toen dat niet meer ging - onder de douche. Alles over het algemeen tot groot genoegen van haarzelf en ook van ons. En als iemand van het ‘huis’ problemen had met al onze acties, dan moesten we - adviseerde een jurist mij ooit - onze handtekening zetten op een papiertje met de tekst dat we zelf verantwoordelijk waren.
Met mijn eigen grijze verleden in juridische wereld vind ik het ook interessant om te zien wat er op dat gebied geregeld is. Bij Actiz vind ik een hele brochure over juridische aspecten maar die gaat vooral over vrijwilligers. Nu is er een groot verschil tussen vrijwilligers en familie. Vrijwilligers worden ingehuurd en ingezet door de instelling. Familie huurt zichzelf in. Familie is er gewoon. Bovendien hebben wij in ons geval als familie ook nog anderen ingehuurd, mensen die onder onze verantwoording vallen. Dat maakt het leven van een instelling knap ingewikkeld. Wie gaat nu over wat? Voor een instelling een belangrijke vraag, maar is dat ook een belangrijke vraag voor mijn moeder, voor ons?
Familieleden zijn geen beroepskrachten en zijn ook niet gebonden aan de regels van beroepskrachten. Neem bijvoorbeeld injecteren, dat zou een familielid mogen doen. En als je fouten maakt, ben je zelf verantwoordelijk. Ik hoef dus eigenlijk dat papiertje niet eens te ondertekenen. Ik neem aan dat voor de mensen die wij hebben ingehuurd hetzelfde geldt, tenzij ze beroepskracht zijn. Dan speelt de wet BIG, over voorbehouden handelingen die alleen door bekwame medewerkers mogen worden verricht in opdracht van een arts. Dat hier momenteel verschuivingen plaatsvinden in verpleegkundige functies en bevoegdheden, laat ik hier even terzijde. De eerste nurse-practitioner moet ik nog tegenkomen in het verpleeghuis. Dat is een verpleegkundig specialist die ook zelfstandig taken van de arts kan overnemen.
Het is wel apart dat Actiz zelf concludeert dat ook verzorgenden ‘niet allemaal vanzelfsprekend bekwaam en bevoegd tot het uitvoeren van voorbehouden handelingen zijn.’ Dat lost een zorginstelling volgens Actiz op door de verzorgende te scholen en dat zou een instelling ook bij familieleden kunnen doen. Dat vind ik wel een goede suggestie.
Als instelling heb je verschillende wetten na te leven. Natuurlijk heb ik niks tegen die wetten voor zover ze bedoeld zijn om de kwaliteit van leven van mijn moeder te beschermen en van al die andere kwetsbare mensen in instellingen. Maar soms krijg je het idee dat ze voor iets anders bedoeld zijn of voor iets anders worden gebruikt. Namelijk om de eigen werkwijze te beschermen, om verandering tegen te houden, uit angst voor kritiek of schadeclaims. In mijn visie zijn wetten bedoeld voor het eerste, en familie is niet bij voorbaat degene die de kwaliteit van leven bedreigt, zou ik zeggen. Dat is wellicht een manier van kijken waar instellingen (en familie) nog aan moeten wennen.