dinsdag, januari 17, 2012

Te veel om op te noemen

Als je bij mijn moeder even wat langer in de huiskamer vertoeft, ik blijf het huiskamer noemen hoewel het steeds meer begint uit te zien als een wachtkamer van een ziekenhuis, en sommige verzorgenden het ook ijzerenheinig ‘zaal’ noemen, raak je zo in gesprek. Onbegrijpelijke gesprekken soms, maar soms ook verrassend helder. Soms eindeloze herhalingen, zoals de mevrouw die steeds vraagt of wij elkaar kennen. Ja, zeg ik tegenwoordig, u werkte op de afdeling voor kinderkleding. En dan is ze heel blij. Een andere mevrouw vraagt steeds of het buiten koud is, dat valt deze winter wel mee, vooralsnog. Ik zou willen dat ik haar op dat moment even mee naar buiten zou kunnen nemen, zodat ze het zelf kan voelen.
Vorige keer had ik zelf een vraag. Of de dames wel eens wat geks hadden gedaan in hun leven. Ik vroeg het aan twee dames die over het algemeen er niet al te gelukkig bij zitten. Ze begonnen spontaan te lachen. Te veel om op te noemen, zeiden ze allebei.
Je zou eigenlijk de zo minimaal gebruikt whiteboards moeten inzetten. Elke dag zo’n vraag en dan de antwoorden opschrijven. Om een boek over te maken.