maandag, september 26, 2011

'Dat vind ik zo eng'

Met mijn moeder zo de hele dag in bed verandert ook mijn bezoek. Ik dood de tijd nu aan haar bed. De deur naar de gang laat ik soms open, soms doe ik hem dicht. Al naargelang mijn eigen stemming. Laatst had ik hem in de namiddag open staan en kwam de mevrouw in de rolstoel voorbij, met haar voer ik vaak fantasierijke gesprekken onder het genot van een kopje koffie. Ik hoorde haar en keek even om het hoekje om haar goedendag te zeggen.
‘U mag binnenkomen, hoor’, zei ik, ‘mijn moeder ligt in bed’.
‘Dat vind ik zo eng’, zei ze.
Dat vond ik heel eerlijk van haar. Ik vind het zelf ook een beetje eng om in het verpleeghuis bij iemand die in bed ligt binnen te lopen. Je weet maar nooit. Onlangs deed ik dat bij de overbuurvrouw van mijn moeder. Ik meende dat ik daar een radio hoorde die een tikje naast de zender terecht was gekomen en dus voornamelijk harde ruis produceerde. Ik liep even naar binnen om te kijken of het inderdaad daar was. De mevrouw lag net als mijn moeder helemaal verstild in bed. Dat was ook een beetje eng om te zien.
‘Ik vind het ook eng’, zei ik dus maar. En ze rolde haar rolstoel naar binnen, en keek naar mijn moeder. En ik probeerde met haar ogen naar mijn moeder te kijken. ‘Zo gaat het, we worden geboren en we sterven’, zei ik maar omdat ik niet wist wat ik moest zeggen. ‘Ja’, zei ze. En toen heb ik maar een kopje koffie voor haar gemaakt.