donderdag, mei 26, 2011

Slapend

Mijn moeder slaapt en onder het slapen eet en drinkt ze. Soms spert ze haar ogen ver open, daar schrik je er bijna van. Maar ik weet niet of ze me ziet, in de zin van dat het tot haar doordringt dat er iemand aan haar bed zit. Als ze haar ogen dicht heeft, slaapt ze niet altijd. Ze heeft ook veel gesprekken met gene zijde, denk ik. En soms lijkt ze ineens iets te zeggen over het hier en nu. ‘Gezellig’, zei ze ineens tegen mij. En tegen iemand anders zei ze ‘tot ziens’.
Mijn weekend met mijn moeder wordt dus steeds meer aan haar bed zitten. Haar hand vasthouden, haar lekkere dingen te eten geven, haar masseren. Ik ben bang dat er eind gekomen is aan onze gezamenlijke ontbijtjes in het pension. Het lijkt wel of ze dat niet meer haalt.
Afgelopen weekend moest ik studeren. Ik probeerde het gedachtegoed van Kant te doorgronden. Het helpt mij wel om dat hardop te doen. Dus vertelde ik mijn moeder hoe ik dacht het zat met het Categorisch Imperatief. Ze humde instemmend. Ach, Kant is goed gezelschap, hij werd ook dement op het eind van zijn leven.