maandag, december 06, 2010

Is klein beter?

Met verwondering heb ik de berichtgeving gelezen over het onderzoek van Jan Hamers, hoogleraar verpleging en verzorging van ouderen in Maastricht. ‘Klein is niet zomaar beter’, kopte de NRC op 7 december, over kleinschalig wonen voor dementerenden in verpleeghuizen.
Met vragenlijsten aan personeel en familie is de ‘kwaliteit van leven van de persoon vastgesteld’, ‘alsmede de ernst van de symptomen (angst, depressie, wanen) en de mate van rusteloosheid (van ijsberen tot agressie)’. Dat is twee keer opnieuw gepeild, met een half jaar tussentijd. Hieruit kwamen geen significante verschillen. In normale mensentaal wil dat dus zeggen: het maakt niet uit.
Nu vind ik het al heel knap dat iemand de kwaliteit van leven kan vaststellen, zelfs bij niet-dementerenden. Ik geloof dat wij Nederlanders altijd heel hoog scoren op ‘gelukkig zijn’, maar dat we ook het meeste klagen. Het lijkt me zo’n beetje de moeilijkste vraag voor een onderzoek. Zijn de antwoorden die iemand geeft waar? Of geeft iemand een sociaal wenselijk antwoord. Ik ben wel nieuwsgierig naar het verschil in antwoord tussen dementerende bewoners, de familie en het personeel. Ik stel me zo voor dat de familie en het personeel beide zeggen dat de kwaliteit van leven goed is. Want de familie wil dat graag denken, immers anders hadden ze die persoon net zo goed thuis kunnen laten wonen, en het personeel zal ook niet anders antwoorden: wie wil er werken in een instelling of kleinschalig woongebeuren waar de kwaliteit van leven van de bewoners niet hoog is? En wat zal de dementerende zelf zeggen? De huidige generatie in het verpleeghuis is over het algemeen nog steeds de dankbare generatie. Bij mijn moeder heb ik vaak meegemaakt dat iemand zo blij was met al die fantastische diensten dat ze er zelfs voor wilde betalen.
Ik ga eens kijken of ik dat onderzoek kan vinden.