Goede bedoelingen
Ik hoor het regelmatig van verzorgenden. Dat ze zoveel van hun werk houden, en daar bedoelen ze niet al dat papieren werk mee, maar het zorgen voor mensen, daarvoor hebben ze ooit dit beroep gekozen. Voor het geld hoeven ze het niet te doen.
Wat moet je daarop zeggen, als familie. Tuurlijk, blij dat je van je werk houdt, blij dat je het voor de mensen doet, en niet voor de boekhouders ergens boven in top. Maar dan kijk ik weer eens rond op een dag dat ik bij mijn moeder ben. Dan zie ik bijvoorbeeld het eten: een bord met witte bloemkool, witte aardappels en bruinige kalkoenfilet. Voor de mensen die in bed liggen of slecht kunnen eten is dat ook nog gemalen, waardoor het verandert in een bruine smurrie. En vervolgens zie ik een verzorgende een dienblad maken met drie borden vol met kwakjes eten voor de mensen die in bed liggen. Ze loopt de gang door met het blad en zet het neer op de tafel in de gang bij de eerste kamer waar ze het eten moet geven. Ze pakt er een bordje vanaf en begint met de eerste patiënt. De andere twee bordjes blijven staan. Hoe zal de laatste bedlegerige bewoner haar eten ervaren? Er is zo’n groot verschil tussen goede bedoelingen en de praktijk. Soms wilde ik dat ik al die dingen niet zag, dat ik er niet over hoefde na te denken.
<< Home