maandag, september 15, 2008

'Ik moet naar beneden'

Dit weekend was er een nieuwe mevrouw op mijn moeders etage. Als gisteravond tegen een uur of zeven mijn broer en zijn zoon de verzorgende helpen mijn moeder in bed te leggen, loop ik arm in arm met de mevrouw over de etage in de hoop dat ik haar ervan kan weerhouden alsmaar weg te willen. Ze ruikt een beetje, alsof ze de wc heeft gemist. 'Ik moet naar beneden', herhaalt ze steeds.
Het lukt me eventjes om haar te laten zitten, ze is buiten adem van al dat geloop, haar te laten lachen, ‘u kunt bijna de marathon lopen’, en een glaasje water te laten drinken. We krijgen het over het dorp waar ze woonde, over haar kinderen. Maar het duurt niet lang of ze wil weer weg. We lopen naar haar kamer, waar haar naam op de deur staat. Het is een tijdelijke kamer, dus erg gezellig ziet het er niet uit, maar haar naam voorlezen brengt weer even berusting. Dan maar weer terug naar de stoel en zo gaan zitten dat we de zuster kunnen zien aankomen, want die weet wat er aan de hand is. Even later komt mijn neefje aanwandelen. ‘Hoe oud denkt u dat hij is?’, vraag ik haar op zoek naar iets om haar af te leiden. ‘Vijftien’ zegt ze. Mijn neefje begint een beetje verlegen te lachen. ‘Elf’, zeg ik. ‘Dan is het wel laat voor hem, moet hij niet naar bed!’. Daarna komt de verzorgende aanlopen. Ook zij kan haar niet overtuigen van het feit dat ze niet meer weg hoeft. ‘Hier is nu toch uw thuis’, probeer ik nog. Maar daar tuint ze al helemaal niet in. Ik hoop dat de verzorgenden tijd hebben om haar gerust te stellen. Wij moeten weg. Het lijkt me een zware klus.