maandag, april 25, 2011

Hoofd en hart

Is liefde een gevoel uit het hoofd of uit het hart? Dat is een van de vragen die door mijn hoofd spoken sinds het lezen van de roman ‘Still Alice’ van Lisa Genova. De hoofdpersoon in dit boek, Alice, is hoogleraar cognitieve psychologie, dus vooral met haar hoofd bezig, in Harvard. Op haar 50ste wordt er bij haar vroege dementie geconstateerd. Het boek beschrijft het proces dat zij doormaakt op een sobere manier. Het is een beetje Hersenschimmen van Bernlef, maar dan in de 21ste eeuw, met extra hulpmiddelen voor het geheugen zoals de E-mail en de Blackberry. Wel handig, overigens.
Alice stelt zichzelf deze vraag op het moment dat haar kinderen en zijzelf hun liefde voor elkaar uiten. Als we er vanuit gaat dat het gevoel ‘liefde’ een proces in de hersenen is, dan is het antwoord snel gegeven. Ik vroeg het een vriend. Hij moest even denken en zei: nee, liefde komt uit het hart. Ik ben bang dat hij geen gelijk heeft, maar ik zou hetzelfde antwoord geven. Of moet je de vraag niet stellen? Ik moet denken aan de mensen die tegen mij maar steeds de vraag blijven herhalen of mijn moeder mij nog herkent. ‘Zolang ik haar maar herken’ is mijn standaard antwoord. Misschien is ook zo met de liefde. Zolang het in ieder geval in mijn hoofd en hart nog maar bestaat.

maandag, april 18, 2011

5 uur

Ik dacht dat het algemeen bekend was. Zo rond een uur of vijf 's middags breekt vaak onrust uit onder dementerenden. Ik kan me dames herinneren, het schijnen vaak de dames te zijn, die rond die tijd zich zorgen gingen maken over de kinderen, of de man. Of er wel genoeg eten was voor iedereen, of het eten wel op tijd klaar was. Of dat ze weg moesten omdat de man op het eten zat te wachten.
Ik heb ooit wel eens van een verpleeghuis gehoord waar een van de zonen een video had opgenomen waarin hij zich direct tot zijn moeder richtte met de mededeling dat zij niet voor hem hoefde te koken. Dat gaf rust aan de moeder in kwestie en ik geloof ook aan de andere dames.
De laatste tijd verloopt het eten een beetje vreemd bij mijn moeder. Om vijf uur komt de etenskar binnen. Om half zes mag pas gegeten worden, want het personeel heeft tot half zes pauze. In dat halve uur zitten de dames meestal al aan tafel en is er slechts één verzorgende, althans als zij niet druk is met eten geven aan de mensen die in bed liggen.
Een beetje raar moment om de dames alleen te laten.

maandag, april 11, 2011

Ontmoeten

Omdat mijn moeder zo ver weg is in haar geest, breng ik de tijd bij mijn moeder vaak door met andere bewoners van de etage. Met één mevrouw kan ik goed overweg. Als het me lukt maak ik een praatje met haar. Of ik nodig haar uit voor een kopje koffie bij mijn moeder. Onze gesprekken zijn over het algemeen van een onbegrijpelijke en vaak verwarrende inhoud. Maar soms ook niet. Zo maakte ze een tijdje geleden een grap over haar afkomst. Ze heeft in haar jeugd in Rotterdam gewoond, in de wijk Portugaal. Dus we kregen het over Portugaal. 'Oh', zei toen een vriendin die naast me zat en Rotterdam niet kent, 'dan spreekt u zeker Portugees'.
'Nee hoor', zei ze met een grijns, 'ik spreek Portugaals'.
Zo dement is ze niet, dacht ik toen even.
Afgelopen weekend zei ze weer zo iets raaks, maar ik weet niet of ze nu doorhad hoe waar het was wat ze zei. Ze klaagde dat ze niet wist wat ze moet doen. Waar ze heen moest en waarom. Dat haar ouders haar zouden komen ophalen. Ik probeerde haar wat gerust te stellen, dat ze nu in dit huis woonde en een kamer had en dat ze echt goed voor haar zorgen, hier in dit huis.
'Wie dan?', vroeg ze.
'Die mevrouw die mij net hielp mijn moeder in bed te leggen', zei ik.
'Maar hoe heet ze dan?'
Dat kon ik nou ook weer niet zeggen. Ze is voor mij een nieuw gezicht. Toen ze even voorbij ons kwam, hebben we haar samen gevraagd hoe ze heette. Weg was ze weer.
'En zo zijn er meer', vervolgde ik, 'en die zorgen allemaal voor u'.
Ze zuchtte en hief haar handen in de lucht. 'Als ik die mensen nou eens kon ontmoeten, zoals met jou...'
Ze zal het wel niet bedoeld hebben, maar wat heeft ze gelijk.

zaterdag, april 09, 2011

Luister en huiver


maandag, april 04, 2011

De postduif

Nog vrij vaak maakt het verpleeghuis van mijn moeder gebruik van de ouderwetse postduif. De TNT zal er blij mee zijn. Als ik hoofd financiën van het verpleeghuis was, zou ik er minder blij van worden. Stuur een mail, dan kost het je alleen maar de tijd van het schrijven van het berichtje, een druk op de knop en weg.
Laatst kreeg ik weer zo’n briefje. Of we ervoor wilden zorgen dat er genoeg voorraad tandpasta, badschuim en panty’s was. Dat lijkt me nou een goed berichtje om te mailen. Of om op een site te zetten waar alleen de familie en de verzorging toegang tot heeft.
Of even bellen.
O nee, in de brief staat dat het te veel tijd kost om iedere contactpersoon persoonlijk te bellen.
Jammer toch, zo’n beperkte opvatting van het begrip van tijd. Wellicht zou een telefoontje meer effect hebben dan alleen het badschuim. Bijvoorbeeld een positief effect op de verhouding tussen verzorgende en familie. Kun je ook even over en weer informeren hoe het gaat. Uit onderzoek blijkt dat dit de betrokkenheid van de familie vergroot, dat ze wellicht vaker op bezoek komt, en dan wellicht… badschuim en tandpasta meenemen.