maandag, november 23, 2009

Voorbereiding verjaardag

Zo, we zijn weer bezig voor mijn moeders verjaardag op 5 december. Ze wordt 94 jaar. In een aparte ruimte van het verpleeghuis gaan we muziek maken, zingen en taart eten. We hebben de mensen van mijn moeders etage ook uitgenodigd. Eén mevrouw had ik er heel graag bij gehad. Ze ligt al minstens een half jaar op bed. We hebben nu gehoord dat ze niet kan komen omdat haar bed geen wieltjes heeft. Dat is wel een heel raar, een bed zonder wieltjes. Hoe moet ze dan de deur uit in geval van ontruiming?

maandag, november 16, 2009

'n Lampje aan

Kunnen de lampjes aan in de zitjes bij de entree van het verpleeghuis? Dat was mijn vraag aan de mevrouw achter de receptiebalie die officieel niet meer achter de receptie zit en deze keer te vinden is in het kantoortje achter de balie waar ze volgens mij gezellig zit te internetten, maar dat zie ik vast niet goed...
Of de lampjes aankunnen? Het is pas elf uur in de ochtend, maar het is donker buiten, bewolkt en het regent.
Welke lampjes?, vraagt ze.
‘Die in de zitjes.’
Ze trekt een gezicht van ‘Da’s moeilijk’.
‘Er zijn mensen die de lampjes uit willen want ze schijnen in het gezicht’, vertelt ze.
In het gezicht? Het zijn een soort lampenkapjes die van onderen dicht zijn en waar het licht naar boven straalt.
‘In het gezicht?’, vraag ik, ‘hoe kan dat nou?’
Ze haalt haar schouders op met een blik van ‘die oudjes hé, niet makkelijk hoor’. Dat geloof ik graag.
Maar goed, ze trotseert de oudjes en doet de lampen voor me aan. Ik hoor wat gemompel als ik langs zo’n zitje vol bejaarde moppermeisjes loop, maar hou mijn rug recht en glimlach vriendelijk.
Ik ga naast mijn moeder zitten. Zij houdt mijn hand vast en ik help haar met koffie drinken. Ze dut een beetje in. En ik verbaas me maar weer eens. Ik heb zojuist een artikel gelezen over de toekomst in de geneeskunde. Dat kwam er op neer dat we ooit met onze ziekte bij de huisarts zullen komen die dan een stukje huidcellen van ons afneemt naar een lab stuurt waar vervolgens onderzoek plaatsvindt welk medicijn voor ons speciaal geschikt is. Wauw. En dan is het niet mogelijk om een apart schakelaartje per zitje te maken? Of zelfs per stoel? Met een sensor die onze stemming aftast en vanzelf aangaat als wij alleen nog maar denken, ‘Goh wat is het hier donker, mag er een lichtje aan...’

maandag, november 09, 2009

Van tien tot zes?

Sinds enige tijd hebben wij als bezoekers van mijn moeder een pasje om binnen te komen in het tehuis, want de receptioniste is verdwenen. Althans, ze is er nog wel, staat ook nog regelmatig achter de receptiebalie, maar mag de deur niet open doen. Wat ze overigens wel af en toe doet. Heel prettig, vooral als je helemaal ingepakt buiten staat, in regen en wind, met je moeder in de rolstoel, en je je pasje niet zo snel kunt vinden. En dan moet het nog écht winter worden...
Maar goed, dat pasje dus. Voordat ik mijn eigen pasje had, gebruikte ik dat van mijn moeder. Ik bezoek mijn moeder altijd een heel weekend. Dus zaterdagmorgen kwam ik binnen door aan te bellen bij de afdeling, dan gebruikte ik het hele weekend het pasje, en zondagavond vertrok ik weer met een belletje aan de afdeling.
Nu heb ik mijn eigen pasje. Ik kreeg hem op een zaterdagmorgen van de receptionist die geen receptionist meer is. We hebben hem even samen uitgetest en hij werkte. De hele dag kon ik zonder problemen in en uit het gebouw. Zondagmorgen wilde ik mijn moeder ophalen voor het ontbijt. Iets voor tienen probeerde ik naar binnen te komen. Lukte niet. Nog een keer, lukte niet. Er verscheen een rood lampje. Oei, dacht ik, zodirect is mijn pasje niet meer geldig, zoals bij een giropasje. Ik belde aan en kwam naar binnen. Aanbellen op de etage van mijn moeder betekent dat ik verzorgenden van hun werk moet afhouden. Wat ik liever niet doe.
Gelukkig was ’ s middags de receptionist die geen receptionist meer is aanwezig. Ik legde hem mijn probleem voor. Hij pakte mijn pasje en verdween in de ruimte achter de receptiebalie. Even later kwam hij terug. ‘Zo, nu kun je er wel in’. Ik keek hem niet begrijpend aan. Hij had mijn pasje veranderd van een ‘familie’pasje in een ‘werknemers’pasje. Familie komt namelijk pas om 10 uur, en de verzorgenden vanaf zes uur ’s morgens. Tja...

maandag, november 02, 2009

Werktijden voor familie

Uit het verpleeghuiskrantje: een oproep voor ‘vrijwilligers, familieleden, kennissen die 1 of meerdere dagen per week kunnen assisteren bij het ontbijt, middageten of avondeten bij onze bewoners op afdeling 1 en 2. Werktijden (sic!) zijn van acht tot tien ’s morgens (ontbijt), van twaalf tot twee (middageten) en van half vijf tot zes (avondeten).’
Ik had die oproep al eerder zien staan. Blijkbaar levert het weinig op want hij wordt steeds herhaald. De eerste keer dat ik ‘m zag dacht ik: dit is toch het algehele failliet van de zorg. Ze kunnen niet eens meer de mensen te eten geven. Maar nu zie ik ook de gemiste kansen van de verzorging om bijvoorbeeld ons als familie in te schakelen. Toen mijn moeder hier net woonde, moesten wij allemaal erg wennen aan het regime van het verpleeghuis. Ik kan me herinneren dat ik vaak met mijn moeder tussen de andere bewoners zat. ’s Avonds bijvoorbeeld na het eten bijvoorbeeld. Of met het eten zelf. Dat was vaak erg gezellig. Maar in de loop van de tijd werd ons duidelijk dat dit niet de bedoeling was. We zorgden voor te veel reuring en dat was niet de bedoeling. Dus trokken wij ons terug op de kamer van mijn moeder. Wat ik helemaal niet erg vond, want zo kon ik een eigen sfeertje maken en als er eens iemand met mij meekwam dan gingen we met z’n allen in mijn moeders kamer zitten. Nu is er ’s avonds weinig ‘reuring’ want om zeven uur ligt iedereen in bed, op een mevrouw na, die nieuw is, en nog wakker. Maar die begint er ook al over dat ze het liefst naar bed wil want er is helemaal niks te doen. Ik ga me aanmelden, misschien wordt het nog een gezellige boel!